Aandelen bevinden zich al zes weken op rij in een correctie. Beleggers hebben steeds meer de neiging om hun portefeuille te liquideren om verdere verliezen te voorkomen. Hoewel het normaal is dat er na zo’n lange daling sprake is van een tussentijds herstel, zijn er nog voldoende risico’s die de markt in de rest van het jaar onder druk kunnen zetten. Wie een fundamenteel oordeel wil vormen op basis van drie factoren – liquiditeit, economie en waardering – ziet dat eigenlijk alle seinen nog op rood staan. De hoge inflatie zorgt ervoor dat in veel landen, de Verenigde Staten voorop, de rente wordt verhoogd. In plaats van maandelijks 120 miljard dollar opkopen van obligaties, gaat de Federal Reserve binnenkort maandelijks 95 miljard dollar verkopen. Minder liquiditeit betekent normaal gesproken dat aandelenmarkten onder druk komen. Bovendien moet de rente verder omhoog dan waar nu op wordt gerekend, gelet op het grote inflatieprobleem.
Ook voor wat betreft de wereldeconomie is het beeld negatief. We zitten aan het einde van de economische cyclus en de kans op een recessie neemt snel toe. De oorlog in Oekraïne, de stijgende problemen met toeleveringsketens en de lockdowns in China in combinatie met de sterk gestegen energie- en voedselprijzen zorgen ervoor dat de verwachtingen ten aanzien van de groei naar beneden worden bijgesteld. Dit zal later dit jaar ongetwijfeld effect hebben op de bedrijfswinsten. Waar de beurs de afgelopen weken vooral corrigeerde vanwege de stijgende rente en de impact daarvan op de waardering, zijn in de komende kwartalen de bedrijfswinsten aan de beurt.
Op zich is een vertragende economie en afnemende liquiditeit al een ongelukkige combinatie voor aandelen, maar daar komt ook nog eens de hoge waardering voor de aandelenmarkt overheen. Dankzij de extreem lage rente stegen waarderingen in de afgelopen jaren naar recordhoogtes. Nu de rente oploopt, moet de waardering voor aandelen omlaag. Maar op het moment dat de markt daalt en de winst stijgt, gaat het wel hard. Zo is de S&P 500 index dit jaar 30 procent goedkoper geworden. Het gemiddelde aandeel in de Nasdaq staat zelfs veertig procent onder de top.
Al dat slechte nieuws zorgt ervoor dat beleggers de neiging krijgen om alles maar te verkopen. Ze zien kas als een veilig alternatief, maar dat is het niet. De vergoeding op kas is nog altijd laag en de inflatie is hoog. Dat betekent dat een spaarder in snel tempo koopkracht aan het inleveren is. Voor veel mensen is een eerste doel van beleggen dat ze minimaal hun koopkracht in stand willen houden. Zelfs in deze correctie lukt dat beter met aandelen dan met kas. Vooral defensieve aandelen en aandelen uit de sectoren als energie, mijnbouw, de agrarische industrie en bosbouw bieden goede bescherming tegen de stijgende prijzen. Bovendien zijn veel van deze bedrijven nog altijd opmerkelijk goedkoop, ondanks of juist dankzij het feit dat er veel van deze aandelen in koers zijn verdubbeld. Deze aandelen met extra ingebouwde inflatiebescherming zijn nog altijd een uitstekend alternatief voor kas, zelfs als de brede markt verder blijft dalen. Want wie gaat sparen, krijgt gegarandeerd een groot koopkrachtverlies voor de kiezen.