Terug naar site

Bram

Februari 2002

1 januari 2005

Het is een zoon en hij heet Bram. Sinds 24 februari ben ik voor het eerst vader. Zijn eerste officiële voornaam is Abraham en hoewel deze naam al duizenden jaren oud is, is de naam vandaag de dag levendiger dan ooit Abraham is immers de patriarch van het Christendom, het Joodse geloof en de Islam. Abraham is ook de religieuze basis van het conflict in het Midden-Oosten, dat nog steeds een belangrijk struikelblok vormt in de relatie van het Westen met de Arabische wereld. Een conflict dat fundamentalisme in de hand werkt met als afschuwelijk gevolg de gebeurtenissen van 11 september.

 

Zijn volledige voornamen zijn Abraham Hendrik Okko. Met de laatste naam, Okko, is hij vernoemd naar zijn grootvader en overgrootvader van moederskant. Okko komt voort uit de Friese naam Oke dat weer een verbastering is van de Germaanse naamstam Od- met de betekenis ‘erfbezit, bezit, rijkdom of geluk’. Met Hendrik is hij genoemd naar zijn vader, zijn grootvader, overgrootvader enzovoort. Hendrik is een tweestammige Germaanse naam. Het eerste lid is moeilijk geheel te verklaren, maar komt waarschijnlijk voort uit heim-, hetgeen woonplaats of erf betekent. Het tweede lid betekent ‘machtig’. Abraham was duizenden jaren geleden een persoon die vandaag de dag door 3 miljard mensen gezien wordt als hun aartsvader, patriarch of als een geestelijk voorganger van hun geloof. Twee miljard daarvan zijn Christenen, 1,2 miljard Moslims en 15 miljoen Joden. Het leven van Abraham wordt voor het eerst beschreven in Genesis, het eerste boek van het Joodse geloof en het Christelijke Oude Testament. Abraham komt daarna nog op verschillende plaatsen terug in de geschriften: het Nieuwe Testament, de Talmoed en de Koran. De naam Abraham komt uit het Hebreeuws en betekent waarschijnlijk ‘de (goddelijke) vader is barmhartig’. De oorspronkelijke vorm was Abram hetgeen zoveel betekent als ‘de (goddelijke) vader is verheven. Volgens een andere lezing is Abram afgeleid van het Assyrische Abu-Ramu waarvan de betekenis niet bekend is. In het Hebreeuws zou het dan zijn verbasterd tot Abraham, aangezien de Hebreeuwse letter (h) gehanteerd wordt voor een lang klinkende ‘a’. In het Oude Testament wordt de naam uitgelegd als een ‘vader van een menigte volken’. Deze laatste uitleg omschrijft wellicht het best waarom Abraham (of Ibrahim) vandaag nog zo’n levend onderdeel is van deze drie godsdiensten. Maar daarvoor moeten we terug naar de levensloop van Abraham.

 

Abraham werd geboren in Ur (Irak) aan de oevers van de Eufraat, de toenmalige metropool van Mesopotamië. Vandaar vertrok hij naar Haran (Turkije) en nam hij Sara tot zijn vrouw. Via Damascus reisde hij naar Kanaan via Shechem (het huidge Nabloes) en Bethel. Na een hongersnood reisde hij verder naar Egypte en keerde (samen met Lot) weer terug Kanaan naar de omgeving van Hebron. Abraham is al op leeftijd als hij bij zijn bijvrouw (een Egyptische slavin) Hagar een zoon krijgt, genaamd Ishmaël. Dertien jaar later belooft God hem een zoon bij zijn vrouw Sara, genaamd Isaac. Hagar wordt verjaagd en Isaac erft van Abraham als die op 170-jarige leeftijd overlijdt. Hij wordt begraven bij Sara in Hebron. De twee zonen van Abraham, alias Ibrahim, (en hun respectievelijke afstammelingen) eisen elk de volledige erfenis op en geen van hen is bereid deze historische nalatenschap te delen. Elk beweert dat zijn vader de concurrerende halfbroer onterfd heeft. Het Joodse volk ontleent, via Isaac en later zijn zoon Jacob, haar religieuze rechten op het land Israël. God beloofde volgens de Joodse religie het land Judea en Samaria immers aan de nakomelingen van de patriarch Abraham en de wettige afstammelingen en erfgenamen van Abraham zijn in die visie de Joden. Dit beloofde land strekt zich overigens uit tot aan de Eufraat in Irak. De Palestijnen putten hun goddelijke rechten uit hun eigen religieus rechtstelsel. Immers, volgens de Koran, kent het aartsvaderlijke epos een andere ontwikkeling als deze die in de bijbel wordt verhaald. In de islamitische leer komt Ibrahim tot inkeer over wat hij enigszins wreed en meedogenloos aan Hagar heeft aangedaan en keert terug naar zijn uitgestoten bijvrouw Hagar en hun eerstgeboren zoon Ishmaël. Volgens de Koran bouwt Abraham samen met Ishmaël de Kaaba in Macoraba (de zwarte steen in Mekka), het belangrijkste heiligdom van Islam. Uitsluitend aan de afstammeling van Ishmaël laat hij, in deze visie, de goddelijke belofte in erfenis achter.

 

De afstammelingen van Isaac en Jacob, het Joodse volk, staan dus tegenover deze van Ishmaël, de Palestijnen, en beiden beroepen zich op hun intens geloof, dat aan ieder van hen door de eeuwen heen werd overgeleverd als hét goddelijke geloof. Beiden revindiceren op grond van dit (tegenstrijdige geloof) hetzelfde land. De Joden het land Israël vanaf de Middellandse Zee tot aan de Eufraat en de Palestijnen Palestina, inclusief het gebied dat heden ten dage door de Staat Israël wordt benomen. Ook Christenen zien Abraham als aartsvader. Christenen hebben echter een paradoxale verhouding met de Joden. Het Christendom kent vele schakeringen en de houding varieert van sterk antisemitisme tot een totale Christelijke liefdesverklaring aan de Joden. In het laatste geval worden de Joden gezien als het door God verkozen volk. In de Joodse Talmoed staan echter anti-christelijke passages over onder andere Jezus. Toch is de komst van de Messias het onderdeel waar veel Joden en Christenen elkaar vinden. De Joden wachten nog altijd op de komst van de Messias. De Christenen identificeren deze Joodse Messias steevast als de wederkomst van Jezus Christus. In de bijbel is een voorwaarde voor de komst van de Messias de herbouw van de Joodse Tempel op de Tempelberg in Oost-Jeruzalem. Op de Tempelberg staat echter één van de vroegste bouwwerken uit de moslimarchitectuur. Het Moslimse gebouwencomplex, inclusief de Al Aqsa moskee, staat bekend als Al-haram ash-sharif, of het Nobele Heiligdom. Dit is de tweede heilige plaats voor de Islam, ook al omdat Ibrahim op de rots waarop de moskee is gebouwd bereid zou zijn geweest om zijn zoon te offeren. Overigens heeft waarschijnlijk de Christelijke Heilige Grafkerk model gestaan voor de later in Byzantijnse stijl gebouwde moskee.

 

En daarmee is een al duizenden jaren onoplosbaar probleem ontstaan, hetgeen versterkt wordt door het uitroepen van de Staat Israel in 1948 (Jom Ha'atsma'oet) met als belangrijke ijkpunten de inlijving van de Westelijke Jordaanoever door Jordanië in 1950, de nationalisatie van het Suez-kanaal in 1956 door de Egyptische president Nasser en de impeachment-politiek van de Fransen en de Britten, de verovering van de Gazastrook, Golanhoogte, Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem in 1967, de aanvallen van Egypte en Syrië in 1973 (met onder andere een Oliecrisis als gevolg) en de Palestijnse Intifadah 1987.

 

Er zijn slechts twee oplossingen mogelijk om aan dit territoriale conflict een einde te stellen. Een heilige oorlog waarbij beide partijen elk in de naam van hun God, een elk in hun visie gerechtvaardigde oorlog voeren. Of vrede, waarbij de afstammelingen en erfgenamen van de aartsvaders hun geschil inzak erfenis bijleggen en het in dispuut zijnde land verdelen op grond van pragmatische internationaalrechtelijke politieke overwegingen.

 

Volgens het internationale recht zijn oorlogen steeds onwettelijk, wanneer zij uitgaan van individuele staten. Als men oorlog ziet als legitiem middel om territoriale geschillen te beslechten zet men de deur open voor een chaos van jewelste met huiveringwekkend wapengeweld. Iedereen ervaart ‘zijn’ oorlog immers als een rechtvaardige oorlog, zeker wanneer hij opgevoed is in de vaste overtuiging dat (zijn) God deze bevolen heeft. In bijvoorbeeld Algerije, Egypte en Tunesië zouden islamitische fundamentalisten anders een rechtvaardiging zien voor hun heilige oorlog. In India en Pakistan zou een oorlog kunnen ontstaan tussen hindoes en moslims. De pro-oorlog visie zou een nieuw gevecht kunnen inluiden over de heerschappij van Libanon. De Chinezen zouden recht hebben om hun Mongolen te onderdrukken. In Noord-Ierland betekent dit dat de gerechtigde bloedige strijd tussen rooms-katholieken en protestanten zal doorgaan. In Sri Lanka mogen in deze zienswijze de boeddhistische Singalezen en de hindoe Tamils hun bloedige strijd voortzetten. Ook zou het een vrijgeleide betekenen voor het orthodox-christelijke Servië, het rooms-katholieke Kroatië en het islamitische Bosnië-Herzegovina. Om nog maar niet te spreken van de Hutu en Tutsistrijd in Rwanda en Burundi, de Toearegs in Niger, de stijd in Nigeria en elke andere zogenaamde vrijheidsbeweging met territoriale of religieuze motieven.

 

Vrede zou betekenen dat men inzicht en besef heeft dat alle territoriale geschillen op vreedzame wijze beslecht moeten worden, ook als dit ten koste gaat van bepaalde toegevingen over goddelijke en historische rechten. Geen enkel goddelijk of historisch recht mag de wereldvrede verstoren. Deze vredesoptie zou alleszins de voorkeur van de Joden moeten wegdragen, mede omdat tweederde van het Joodse volk woont in allerlei werelddelen, waar het geen historisch woonrecht bezit. Dat laatste betekent echter niet dat het moslimfundamentalisme minder verwerpelijk zou zijn dan het fundamentalisme binnen het Joodse religieuze denken.

 

Wat betekent deze exercitie nu voor de financiële markten. Na de val van de muur en het einde van de koude oorlog konden de financiële markten het vredesdividend incasseren. Na de gebeurtenissen van 11 september spreken velen van een nieuwe wereldorde. Het zou nooit meer zo worden als voor 11 september. Als dat zo is en de angst voor nucleaire vernietiging ten tijde van de koude oorlog zou vervangen worden door een blijvende angst voor een heilige oorlog met terroristische aanslagen dan is de periode tussen de val van de muur en 11 september wellicht uniek te noemen. Het Israëlisch-Palestijns conflict is een belangrijke voedingsbodem en oorzaak voor veel onrust in de wereld. Problemen met Irak, Iran, Afghanistan en welk Arabisch land dan ook zouden veel beter oplosbaar zijn als de internationale gemeenschap zich daadwerkelijk zou inzetten voor een vreedzame oplossing van Israëlisch-Palestijns conflict. Dit zou de eenheid in de wereld bevorderen waardoor een supranationale aanpak bij brandhaarden in andere werelddelen eenvoudiger zou zijn. En dan kan er op de financiële markten opnieuw een vredesdividend geïncasseerd worden.Ondertussen heeft de kleine Abraham nog geen besef van de problemen in de wereld om hem heen en slaapt vredig door.