- We mogen China danken dat het heeft aangetoond hoe het coronavirus kan worden bestreden.
- Europa volgt het pad van de Chinese provincie Hubei: de economische impact is daardoor groter dan voor geheel China.
- Toch is economisch leed eenvoudig te voorkomen: bedrijven moeten ruimhartig gecompenseerd worden.
- Zo’n vorm van helikoptergeld zorgt voor een extra impuls voor de economie.
ANALYSE – De angst voor wolven zit bij mensen diep. Ieder kind kent het sprookje van Roodkapje en de wolf. De wolf had een slechte naam, omdat er menselijke slachtoffers vielen. Dat gebeurde relatief weinig, maar als het gebeurde, was het voor de betrokkenen traumatisch.
Wolven vallen echter veel liever schapen aan dan mensen. Sinds de terugkeer van de wolf in Nederland zijn al verschillende meldingen gedaan van doodgebeten schapen. Dierenhouders hebben zelf de verantwoordelijkheid om hun schapen te beschermen tegen de wolf, maar als daaraan is voldaan krijgen ze de schade in ieder geval tot 1 januari 2022 volledig vergoed. Het heeft er voor gezorgd dat de terugkeer van de wolf is geaccepteerd.
Compensaties zijn gebruikelijk in de agrarische sector. Ook bij dierziektes zoals mond-en-klauwzeer, varkenspest en vogelgriep volgen er ruimhartige vergoedingen. Het voorkomt chaos in de agrarische sector. Boerenbedrijven vallen niet om en kunnen zich daardoor financieren tegen relatief lage kosten. Het zijn compensaties die breed door de samenleving worden geaccepteerd.
Nu is er het coronavirus. Wat begon als een gewoon griepje werd enigszins schaapachtig gerelativeerd, maar het virus blijkt een wolf in schaapskleren.
We mogen China danken dat het heeft aangetoond hoe het virus kan worden bestreden. Nadat dit virus in Hubei een maand lang ongestoord zijn gang kon gaan, namen de Chinese autoriteiten draconische maatregelen om het virus te bestrijden. De hele provincie Hubei (56 miljoen mensen) werd gedwongen thuis te blijven, maar daardoor is Azië een veel grotere ramp bespaard gebleven.
In Hubei waren er duizend gevallen per miljoen inwoners, daarbuiten slechts een fractie. Door dezelfde strenge maatregelen in landen als Hongkong, Singapore en Taiwan bleek het virus relatief eenvoudig te bestrijden. Door de effectieve bestrijding zijn de economische kosten relatief laag.
Even leek het in Zuid-Korea uit de hand te lopen, maar ook daar vlakt door effectief ingrijpen het aantal gevallen af. Bovendien blijkt de impact op het nationaal inkomen veel lager dan gevreesd.
De Chinese overheid compenseert veel bedrijven voor de verliezen, net als de boer met schapen die door een wolf zijn aangevallen. Daardoor zijn economische rampscenario’s afgewend.
China komt weer langzaam op gang. Omdat er nauwelijks bedrijven zijn omgevallen, is er sprake van een volledig herstelpotentieel, voldoende om te profiteren van het V-vormig herstel als de uitbraak ook wereldwijd achter de rug is.
Europa volgt helaas het pad van Hubei. Het aantal actieve besmettingen is in Italië momenteel twee keer zo groot als in heel China. Er zijn inmiddels meer doden gevallen buiten China dan in het land zelf. Daardoor zijn in Europa hetzelfde soort maatregelen nodig als in Hubei.
Economisch is daardoor de impact voor Europa veel groter dan voor geheel China. Hubei is niet meer dan een kleine provincie van China. Het Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten lijken op een nog ernstiger scenario af te stevenen, omdat men nog langer lijkt te wachten dan in Hubei.
Toch is economisch leed eenvoudig te voorkomen. Net als compensaties voor de boeren, moet elk bedrijf en elke werknemer ruimhartig worden gecompenseerd. Dit voorkomt maatschappelijke onrust.
Het gaat dan om veel geld, maar het is een eenmalig offer. Een blijvende belastingverlaging van enkele procenten is veel duurder dan het volledig compenseren van de economische schade in de komende drie weken.
Stel dat de helft van de economie de komende drie weken op zijn gat ligt, dan gaat het op jaarbasis slechts om een vergoeding die gelijk is aan drie procent van het nationaal inkomen.
Waarschijnlijker duurt het niet drie weken, maar twee maanden. Maar zelfs dan gaat het om minder dan tien procent van het nationaal inkomen.
Nederland heeft een staatsschuld van inmiddels minder dan vijftig procent van het bruto binnenlands product en heeft dus flink wat financiële ruimte. Compensatie voor de coronacrisis is in dat licht een prima investering om de verdiencapaciteit van de B.V. Nederland overeind te houden. Bovendien heeft minister Hoekstra toch nog 50 miljard op de plank liggen, daarvoor is nu een zinvolle bestemming gevonden.
De cafébaas die zondag de deuren moest sluiten, krijgt dus gewoon de omzet (minus de kosten die hij nu niet maakt) gecompenseerd en betaalt daaruit de salarissen van zijn personeel. Die vergoeding hoeft niet op de cent nauwkeurig te zijn, eerder te veel dan te weinig is in dit geval juist goed.
Zo’n vorm van helikoptergeld zorgt voor een extra impuls voor de economie. Het voorkomt faillissementen en zorgt voor maatschappelijke rust. Daardoor kan de economie volledig herstellen wanneer de virusuitbraak achter de rug is.
Tien jaar geleden werden de banken gered na de Grote Financiële Crisis. Door steun van de overheid en van de centrale banken liggen de kosten van die operatie in veel landen op meer dan 25 procent van het bruto binnenlands product.
Er is veel kritiek geweest op deze compensatie, maar een vergelijkbare vergoeding voor ieder getroffen bedrijf zal op weinig weerstand stuiten.
Nu zorgden de compensaties voor de Grote Financiële Crisis eerder voor deflatie dan inflatie. Het risico van inflatie neemt bij een eenmalige injectie juist toe, zeker als die wereldwijd wordt gevolgd. Maar inflatie wordt tegenwoordig eerder gezien als een oplossing dan een probleem.
Photo by Thomas Bonometti on Unsplash