Terug naar site

De renminbi kan verder stijgen

Fondsnieuws, 11 mei 2021

11 mei 2021

In het afgelopen jaar is de Chinese munt met tien procent gestegen ten opzichte van de dollar. Er wordt al jaren gewezen op de risico’s van het schaduwbankieren in China, maar in twaalf maanden tijd is er meer schuld bijgekomen in de Verenigde Staten dan de totale schuld van de volksrepubliek. Tijdens de coronacrisis is het Chinese beleid een spiegelbeeld van het Amerikaanse. Niet alleen monetair, maar ook fiscaal. Zelfs in de aanpak van Big Tech doet China het tegenovergestelde van de Verenigde Staten. Biden schaakt verrassend snel op tal van onderdelen, maar niet wat betreft de aanpak van Big Tech. Ondertussen roept China vrijwel elke week een nieuw techbedrijf op het matje. Het heeft allemaal te maken met de Aziatische monetaire zone gebaseerd op de renminbi die China probeert te bewerkstellingen. Vergelijk het met de sterk stijgende D-mark tijdens de jaren zeventig. Een beheerste groei van de Duitse geldhoeveelheid (M3) zorgde voor relatief lage inflatiecijfers vergeleken met bijvoorbeeld Frankrijk en de Verenigde Staten. In de jaren zestig gingen er nog vier D-mark in een dollar, eind jaren zeventig minder dan twee, een verdubbeling in tien jaar tijd. Daarvoor is discipline en controle vereist, dat staat nu dan ook centraal in het Chinese beleid. 

De Grote Financiële Crisis (GFC) heeft in China psychologisch diepe sporen achtergelaten. Het heeft de Chinezen erop gewezen hoe afhankelijk ze zijn van de Amerikaanse dollar en van Amerikaanse banken. Sinds de GFC voert China een beleid om minder afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten. De ontwikkeling van digitaal betalen via techbedrijven (en niet via Amerikaanse banken) past uitstekend in die strategie, totdat Peking daar de controle dreigde te verliezen. Dat wordt nu rechtgezet en zoals gebruikelijk gaat de Chinese overheid er vanaf de start hard in. Ordnung muss sein. De geschiedenis leert dat er uiteindelijk een oplossing uit de bus komt waar de Chinese overheid, consumenten en zelfs aandeelhouders mee kunnen leven. 

Terwijl de Verenigde Staten experimenteert met monetaire financiering onder het mom van de Moderne Monetaire Theorie neemt de Peoples Bank of China een voorbeeld aan de Bundesbank. Inflatie is het kwaad dat moet worden bestreden. Dat is niet alleen belangrijk om van de renminbi een reservemunt te maken. Een te hoge inflatie zorgt ook voor onrust onder de bevolking. Voorafgaand aan de Tienanmen-opstand was de Chinese inflatie 20 procent. Dat nooit weer. In de GFC werd China gedwongen om veel geld te pompen in de economie. Het gevolg was dat het rendement op het geïnvesteerde vermogen sterk onder druk kwam. Een overheid bekommert zich meestal niet om het rendement, dus dan heeft een ondernemer daar niets te zoeken. Nu is het de Amerikaanse overheid die uitgaven financiert met geld dat niet bestaat en dat geen enkel rendement zal opleveren. De Chinezen doen er juist alles aan om de geldgroei in de pas met de economie te laten lopen. Die discipline zorgt voor innovatie en hogere productiviteit. Alleen projecten die waarde toevoegen worden immers gefinancierd. 

Het bijzondere is dat de Amerikanen zelfs doorgaan nu er volop tekenen zijn dat de inflatie gaat oplopen. Er is overduidelijk een tekort aan capaciteit op veel gebieden (chips, arbeid, grondstoffen). Dat is niet het moment om massaal te gaan stimuleren. Toch komt er een groot investeringsprogramma op het gebied van infrastructuur, op een moment dat de Chinese overheid aan het bezuinigen is. Dat pakket volgt bovendien op een steunpakket dat groter is dan hele Canadese economie. Monetair staat de kraan in de Verenigde Staten wijd open, wat duidelijk zichtbaar wordt in de vastgoedmarkt. Houtprijzen zijn een jaar tijd met 500 procent gestegen. China probeert juist de vastgoedmarkt te remmen. Elke keer wanneer er een nieuwe verruimende maatregel wordt aangekondigd in de Verenigde Staten of Europa, lijkt China het tegenovergestelde te doen. Als gevolg daarvan groeit de geldhoeveelheid in de Verenigde Staten veel sneller dan in China. Het gevolg is dat de dollar verder kan dalen versus de renminbi. Een sterkere renminbi zorgt voor een gematigde inflatieontwikkeling. Op dit moment staat de tienjaarsrente op Chinese staatsobligaties nog ver boven de Amerikaanse tienjaarsrente. Datzelfde gold ook voor de Duitse rente versus de Amerikaanse rente eind jaren zestig. Tien jaar later stond de Duitse rente ver beneden de Amerikaanse rente. Beleggers in Chinese staatsobligaties profiteren de komende tien jaar niet alleen van de dalende rente, maar ook van de stijgende renminbi. Bovendien kan de renminbi in de volgende crisis ook nog de rol van veilige haven vervullen, want dat hoort nu eenmaal bij een reservemunt.

Photo by Han Dieperink, Shanghai Pudong oktober 2019