Terug naar site

De situatie in Italië is hopeloos, maar niet ernstig

Fondsnieuws 28 mei 2018

28 mei 2018

'De situatie in Italië is hopeloos, maar niet ernstig. Nieuwe verkiezingen in september lijken onvermijdelijk', aldus chief investment officer Han Dieperink van Rabobank op Twitter.

Zondagavond werd bekend dat Guiseppe Conte (foto), de beoogde nieuwe premier van Italië, zijn poging een nieuwe regering te vormen staakt. Dit gebeurde nadat president Sergio Matarella zijn veto uitsprak over de benoeming van euroscepticus Paolo Savona tot minister van Financiën.

In reactie op dit nieuws won de euro in eerste instantie aan kracht. Volgens Italiaanse media zijn er mogelijk op 9 september al nieuwe verkiezingen. Later op de dag daalde de koers van de euro echter.

Vorige week liep de rente op Italiaans tienjarige staatspapier op naar bijna 2,5 procent. De hoogste stand in ruim drie en een half jaar. Maandagochtend kwart over tien stond deze rente op 2,4 procent, maar even later was dit weer bijna 2,5 procent en in de loop van de middag steeg de rente verder in de richting van de 2,7 procent.

De coalitie die eraan leek te komen, zou voor de terugkeer van het Europese politieke risico leiden, analyseerde Dieperink vorige week. 'Niemand hield rekening met een coalitie tussen de Liga Nord en de Vijfsterrenbeweging.'

Beleggers lijken echter ook niet gerust op de situatie die nu ontstaan is.

Italiaanse verwarring

Italië heeft een nieuwe regering van technocratische populisten. De vorming van deze regering verliep niet soepel, maar toen die er uiteindelijk was, reageerden de markten positief. Vorige week bereikte de wereldindex (in euro) door Italië zelfs een nieuw hoogtepunt. Dankzij Berlusconi staat Italië bekend als de bakermat van het moderne populisme. De samenwerking tussen extreem rechtse en extreem linkse populisten is een Italiaanse noviteit. Niemand rekende op deze coalitie, terwijl die na de verkiezingen voor de hand lag. Het zijn immers de twee winnende partijen die samen een (kleine) meerderheid in het parlement hebben. Voor het eerst sinds 2011 heeft Italië weer een gekozen regering. Het lukte de Italiaanse president, Sergio Mattarella, om technisch competente technocraten in de regering te krijgen. Giovanni Tria, een pro-euro econoom, wordt de nieuwe minister van financiën. De minister van buitenlandse zaken, Enzo Moavero, is zelfs zeer Europees. Hij werkte 20 jaar voor de Europese commissie en was minister in de regeringen van Mario Monti en Enrico Letta. Ook andere ministers hebben geen duidelijke politieke signatuur en de premier, Giuseppe Conte, heeft geen enkele politieke ervaring.

Hoewel de Italiaanse rente door de onrust sterk steeg, is het absolute renteniveau nog altijd laag. Even stond de Italiaanse rente gelijk aan de Amerikaanse rente, maar waar de Amerikaanse rente inmiddels hoger staat dan in 2011 en 2012 (de jaren van de eurocrisis), ligt de Italiaanse rente daar nog ver onder. Wel herinnert deze onrust er aan dat het Europese project nog niet af is en dat de ECB de afgelopen jaren niet veel meer heeft gedaan dan tijd kopen. Mogelijk dat de verdere Europese federalisering, vereist om de euro te laten overleven, hierdoor een impuls kan krijgen. De pogingen van Macron op dat gebied worden niet allemaal positief onthaald in Berlijn. Wellicht kan Macron de Italianen als breekijzer gebruiken. Hoewel de nieuwe Italiaanse regering enkele schijnbaar onmogelijke verkiezingsbeloftes heeft gedaan zoals lagere belastingen, maar hogere uitgaven, zal de soep wel niet zo heet worden gegeten. Verder heeft de Europese Unie al ervaring met populistische regeringen in Polen, Hongarije en Oostenrijk.

Er zijn drie belangrijke gevolgen voor beleggers. Allereerst is de kans afgenomen dat er een douane-unie (Soft Brexit) met de Britten komt. De noodzaak om te laten zien dat vertrek uit de Unie niet loont, is door de nieuwe Italiaanse regering toegenomen. Voor de Britten lijkt niet veel meer over dan een Fake Brexit, zoals het Noorwegen-model. Of een No Brexit onder Corbyn. Verder zal de ECB, onder Draghi, waarschijnlijk nog minder haast maken met het verhogen van de rente. Tot slot zorgt die langer lage rente en de onrust voor een zwakkere euro versus de dollar, wij mikken nu op 1,12 over 12 maanden.