In het afgelopen jaren heeft de aandelenmarkt de economie overwonnen. Ondanks oplopende schulden en steeds grotere inkomensverschillen in de wereld lijkt het financiële systeem volledige ontkoppeld van de reële economie. Dit maakt het economische systeem inherent instabiel, na een lange onafgebroken stabiele groei sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Die instabiliteit in het economische systeem is van invloed op het politieke systeem, uitmondend in vergaande polarisatie binnen partijen. In plaats van de tweedeling tussen links en rechts is er nu een tweedeling tussen de elite (zowel links als rechts) en het populisme (ook zowel links als rechts).
Het is dat de democratische instituties nog goed werken, anders zou het maar zo kunnen ontaarden in een revolutie of een burgeroorlog. De onafgebroken groei van de economie heeft ook een grote invloed gehad op het milieu en het klimaat. Met oceanen vol plastic en de snel achteruit hollende biodiversiteit is het een wonder dat er nog steeds voldoende voedsel is in de wereld. Als klap op de vuurpijl is daar een wereldwijde pandemie bovenop gekomen, terwijl we er van uit waren gegaan dat we de natuur in dit opzicht hadden overwonnen. Plagen en ziektes horen bij de middeleeuwen, maar toch niet meer bij de eenentwintigste eeuw. Is dit het einde der tijden, de Apocalyps uit het boek van Ezechiël, waarbij vier ruiters gezeten op achtereenvolgens een wit, rood, zwart en een bleek paard na de economische verovering de brengers zijn van onheil zoals achtereenvolgens oorlog, honger en plagen.
Economie, politiek, duurzaamheid en gezondheid hangen met elkaar samen. Het één vloeit voort uit het ander. Ons economische systeem is verzwakt door schulden en broeikasgassen, wat verder verergert door politieke ontwikkelingen en de coronacrisis. De maatregelen om het virus te bestrijden zijn verwoestend voor de economie, waaronder hoge sociale en gezondheidskosten. De wereld heeft er wel eens beter voorgestaan.
Systemen zijn stabiel totdat ze het niet meer zijn. Stabiliteit mag niet vanzelfsprekend worden geëxtrapoleerd naar de toekomst. Het is geen rechte lijn. Eerst is het buigen, maar na het kantelpunt komt de barst. Dan lijkt er geen weg meer terug. Omdat deze systemen met elkaar samenhangen en in combinatie zelfs worden gezien als een existentieel risico, moeten ze ook integraal worden aangepakt. Bij complexe en adaptieve systemen is dat niet eenvoudig. Zo bieden de monetaire en macro-economische steun gedurende de pandemie nu soelaas, maar vergroten ze mogelijk problemen in de toekomst.
De oplossing zit niet in het doorgaan op dezelfde weg, niet nog meer van hetzelfde. Problemen moeten worden geconfronteerd en aangepakt. Er zijn verschillende manieren om een schuldencrisis op te lossen. Centrale bankiers zitten op het spoor van reflatie en financiële repressie, maar beleggers geven liever de voorkeur aan een snelle oplossing. Zombiebedrijven zitten de vooruitgang in de weg. In een vrije financiële wereld zouden ze afgesneden worden van krediet, waarna ze direct omvallen. Snel herstructureren van schulden is ook in het verleden een goede basis voor toekomstige groei gebleken. Dan is het daarna ook mogelijk om het monetaire beleid te normaliseren. Dat betekent waarschijnlijk dat de begrotingstekorten zullen oplopen, maar dat is beter dan doorgaan op de huidige weg. Politieke instabiliteit zelf kan alleen worden aangepakt door een oplossing te bedenken voor de scheve welvaartsverdeling in de wereld. Daarvoor moet onder andere het belastingsysteem op de schop. Maar het meest existentiële probleem is het klimaat en de leefomgeving. Daarvoor zijn hoge investeringen vereist, maar die zullen uiteindelijk een positief rendement opleveren.
Het is niet eenvoudig om het probleem van de vier ruiters aan te pakken. Het is een complex probleem met veel analytische uitdagingen, vol met paradigmaverschuivingen. Alleen met internationale samenwerking en nieuwe sterke instituten kan dit probleem worden aangepakt. Wat dat betreft kan de wereld wel eens een keer een voorbeeld nemen aan Europa. Om van de Europese Unie een succes te maken moet de macht van de nationale lidstaten worden overgedragen naar Brussel. Zonder die nationale lidstaten zou Europa een fantastisch voorbeeld zijn voor de wereld, met sterke autonome regio’s die uitblinken in diversiteit. Helaas blijkt dat het loslaten van de macht door nationale overheden juist in Europa vanwege het historisch besef erg gevoelig te liggen. Alleen wanneer er in Europa sprake is van een existentieel probleem, is het mogelijk om een compromis te sluiten. Daarvoor is eerst vereist dat we de noodzaak inzien om te veranderen. Het collectief van beleggers, de ‘wisdom of crowds’ is in staat om verandering in een vroeg stadium te onderkennen. Helaas wordt het politici en gezagsdragers onmogelijk gemaakt om te beleggen, want juist een financieel belang in de toekomst werkt bijzonder disciplinerend.