De recente rotatie uit IT-aandelen naar aandelen van oliemaatschappijen, banken en mijnbouwbedrijven wordt gevolgd door een debat over groei versus waarde. Wie de waardering inclusief de lange termijn groeiperspectieven van veel IT-bedrijven afzet tegenover die van de banken, oliemaatschappijen en mijnbouwbedrijven zal zich serieus afvragen of de kwalificatie waarde ook niet van toepassing is op groei-aandelen. In groei zit namelijk veel waarde, alleen is die waarde minder zeker dan de waarde van de tastbare activa van traditionele waarde-bedrijven. Op het moment dat de markt onrustig is, hanteren beleggers een hogere risicopremie voor onzekerheid. In tijden van stress verkort de langjarige beleggingshorizon van veel beleggers nu eenmaal snel tot een week.
De reden dat waarde veel minder eenvoudig dan vroeger is te identificeren is dat de echte waarde van bedrijven vaak zit in niet-tastbare zaken. De boekhouding geeft geen accuraat inzicht geeft in die waarde. Het geld dat een bedrijf spendeert aan niet-tastbare zaken wordt al snel gezien als eenmalige kosten en niet als langjarige investeringen. Zelfs als de immateriële activa worden geactiveerd dan is zoiets niet eenvoudig te waarderen en het vanzelfsprekende conservatisme van de boekhouder zorgt dan al snel voor een onderwaardering. Daardoor ontstaat er een steeds groter gat tussen de marktwaarde van een bedrijf en de boekwaarde. En de boekwaarde is de traditionele maatstaf van de belegger in waarde-aandelen. Die vaart daarmee eigenlijk op een kompas dat gebroken is.
Onder niet-tastbare zaken vallen zaken als reputatie, het menselijk kapitaal en de relatie tot de omgeving. Soms zitten ze in bijna tastbare zaken als patenten en merknaam, maar onderschat tegenwoordig niet de waarde van algoritmes en data. In de toekomst zal de waarde voor een steeds groter deel uit immateriële activa bestaan. Dat is een resultaat van de technologische ontwikkeling (alles is data), het resultaat van netwerkeffecten als gevolg van globalisering en de toenemende rol van arbeidsintensieve diensten. Veel producten stoppen we tegenwoordig in de cloud, waarna we ze as-a-service weer verkopen. Het resultaat is dat kasstromen veel beter voorspelbaar zijn als gevolg van de toepassing van het abonnementsmodel, maar dat is niet terug te zien op de balans.
Het gevaar van waarde is dat ook daar de boekhouding een steeds minder accuraat beeld geeft van de realiteit. Er zijn namelijk ook veel niet tastbare verplichtingen. Wie de waarde van de fabriek wil inschatten, ontkomt er niet meer aan om ook te kijken naar de kosten van het opruimen van de vervuilde grond. Wie zich bij een oliemaatschappij baseert op alle olie die in grond zit, moet er wel zeker van zijn dat die olie ook wordt opgepompt. Om die olie te verstoken moeten steeds duurdere CO2-certificaten worden gekocht. Traditionele waarde-bedrijven hebben vaak een grote carbon footprint. Die vertegenwoordigt een steeds grotere negatieve waarde. Het resultaat van de recente rotatie tussen waarde en groei is dat sommige aandelen erg goedkoop zijn geworden en anderen erg duur. De belegger die focust op de juiste waarde van het niets is uiteindelijk spekkoper.