Het was geen goed jaar voor opkomende markten en pas in de loop van volgend jaar gaat dat verbeteren. De term opkomende markt werd begin jaren tachtig voor het eerst gebruikt door de Wereldbank om landen aan te duiden met een relatief laag inkomen per hoofd van de bevolking. Landen die in sommige opzichten weliswaar lijken op ontwikkelde landen, maar nog lang niet voldoen aan alle criteria. Vanaf de start was het een heterogeen gezelschap, maar dankzij de opkomst van China was er geruime tijd sprake van een hoge correlatie. Een andere bindende factor was lange tijd de afhankelijkheid van buitenlands kapitaal. Zowel de afhankelijkheid van China als van buitenlands kapitaal is afgenomen wat betekent dat de verschillen tussen landen zullen toenemen. Beter is daarom opkomende markten op te splitsen, of althans China – een derde van het totaal – apart te behandelen. Dat mag ook wel voor de tweede economie ter wereld. Nog even en het is de eerste economie ter wereld, toch vreemd dat die dan onderdeel is van een groter geheel. Verder hebben met name Zuid-Korea en Taiwan zich sinds begin jaren tachtig sterk ontwikkeld. In veel opzichten zijn het al ontwikkelde landen. Het grootste opkomende land wat dan nog overblijft is India, een land met net zoveel inwoners als China.
Maar nu bestaat de MSCI Emerging Market index nog altijd voor driekwart uit vier landen: China, Zuid-Korea, Taiwan en India. Hoewel opkomende markten de naam hebben dat ze profiteren van stijgende grondstofprijzen, moeten deze vier landen vooral grondstoffen importeren. Er zijn wel opkomende markten die grondstoffen exporteren, maar die wegen niet meer zo zwaar in de index. De landen die niet kunnen worden bestempeld tot ontwikkelde of opkomende markt vallen in de categorie frontier markten en die zijn wel gevoelig voor de ontwikkeling van de grondstofprijzen. Een beetje frontier market-fonds staat dit jaar dan ook al snel 50 procent in de plus. Volgend jaar zullen grondstofprijzen verder stijgen, maar wel in een gematigder tempo dan in 2021. Voor enkele kleinere opkomende markten zoals Rusland, Brazilië en Zuid-Afrika is dit een opsteker.
In verschillende opkomende markten is in de afgelopen maanden de rente verhoogd. Oplopende inflatie heeft de Amerikaanse centrale bank aangezet tot actie, waardoor de dollar is gestegen. Alleen ten opzichte van de renminbi is de dollar afgelopen jaar verzwakt, maar dat is meer te danken aan de monetaire discipline in China versus de monetaire gekte in de Verenigde Staten. Een sterkere dollar betekent meestal dat opkomende markten achterblijven bij de wereldindex. De langjarige relatieve performance van opkomende markten versus ontwikkelde markten staat dan ook op een historisch dieptepunt. In de loop van 2022 zal de inflatie geleidelijk afkomen en dat biedt ruimte voor de Federal Reserve om renteverhogingen uit te stellen tot 2023, waardoor ook dollar kan verzwakken. Dat is goed nieuws voor opkomende markten.
Wat opkomende markten voor hebben op ontwikkelde markten is het enorme groeipotentieel. Toch is het niet juist om landen te selecteren op basis van deze economische groei, waar het vooral om gaat zijn hervormingen die ervoor zorgen dat opkomende landen meer op ontwikkelde markten gaan lijken. Dat is meestal het moment van outperformance. Denk bijvoorbeeld aan de Chinese toetreden tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001. Zoals eerder aangegeven ligt het zwaartepunt van de opkomende markten in Azië, alleen op het gebied van emerging debt heeft Latijns-Amerika de twijfelachtige eer zwaar vertegenwoordigd te zijn. Voor de Aziatische economieën zijn de vooruitzichten voor volgend jaar gunstig. Sinds 2007 is de productiviteitsontwikkeling niet zo hoog geweest, vooral dankzij een sterk herstel van de private investeringen. Dat productiviteitsherstel volgt op een lange zwakke periode van matige productiviteitsontwikkeling sinds de Grote Financiële Crisis.
Volgend jaar komen daar ook de consumentenbestedingen bij. Over drie maanden is 80 procent van de Aziatische bevolking gevaccineerd en in 2022 zullen we corona waarschijnlijk accepteren als een ‘hazard of modern life’, wat betekent dat maatregelen om corona uit te bannen geen functie meer hebben. We zullen er mee moeten leren leven dat corona endemisch is. Daar waar in de westerse landen de verdwijnende middenklasse heeft gezorgd voor een grotere kloof tussen rijk en arm en de opkomst van populisme en nationalisme, groeit in Azië de middenklasse sterk. China streeft naar een olijfvormige verdeling van de welvaart, met relatief weinig rijken en met weinig armen, maar met een omvangrijke welvarende middenklasse. Dat is goed voor de politieke stabiliteit en ook goed voor beleggers. Want juist de middenklasse koopt de producten van beursgenoteerde bedrijven.
De grootste opkomende markten bevinden zich in Noord-Azië, daar staan de fabrieken van de wereld. China is veruit het grootste land, maar ook een land waar de groei sinds de start van het Chinese nieuwjaar is afgekomen. Toch was de economische groei dit jaar zo krachtig in China dat de Chinese overheid ruimte zag om de economie verder te herbalanceren door in snel tempo veel regels te implementeren. Dat moet ook wel want de Chinese beroepsbevolking groeit niet langer met 15 miljoen mensen per jaar, maar krimpt tegenwoordig met 5 miljoen mensen per jaar. Er zijn voldoende banen, maar nu willen al die mensen ook een betaalbaar huis, goedkoper onderwijs en betere gezondheidszorg.
Tot en met het einde van dit jaar remt het effect van Evergrande en het tekort aan energie de economische groei in China. Het heeft dan ook weinig zin om de Chinese economie te gaan stimuleren, juist op een moment dat een tekort aan energie ervoor zorgt dat verschillende fabrieken stilliggen. Maar dat is een tijdelijke situatie. Zodra het tekort aan energie is opgelost heeft de Chinese centrale bank alle ruimte om de economie te steunen. Een jaar geleden tekende Aziatische landen voor een handelsakkoord dat het grootste economische handelsblok ter wereld heeft gecreëerd. Dit zal in de komende jaren zorgen voor meer stabiliteit in Azië en daarbij horen lagere rentes en hogere waarderingen.