Terug naar site

Geen bronnen of boxen, maar een batenstelsel

Fondsnieuws 16 september 2021

16 september 2021

Het bronnenstelsel waarin het belastbaar inkomen bestaat uit de som van verschillende bronnen is feitelijk failliet. In het verleden was vermogen een bron van inkomen en er was een tijd dat de kosten (rente) ter verwerving van de bron aftrekbaar waren, terwijl uitkeringen in de vorm van stockdividend onbelast konden worden genoten. Velen hebben daar uit de jaren negentig dankbare herinneringen aan, het heeft veel Nederlanders miljonair gemaakt. De gebreken in het bronnenstelsel moesten worden gelijmd met het boxenstelsel, maar door de lage rente is dat een boxhoppend gedrocht geworden. Schaf de belasting op arbeid, winst en vermogen af, en behandel voortaan iedereen voor de fiscus gelijk. 

Belastingen hebben een grote invloed op het gedrag van mensen. Vaak is dit onbedoeld want belastingen zijn er toch in de eerste plaats om de staatskas te vullen, althans dat wordt vaak gedacht. Ik ben ervan overtuigd dat de overheid met de belasting op arbeid niet de intentie heeft dat er minder banen komen, maar toch is dit wel het gevolg. Kijk maar hoeveel banen erbij komen als arbeid niet meer zou worden belast. Ook een belasting op vermogen lijkt in het kader van de sterkste schouders o zo vanzelfsprekend, maar eigenlijk is dit een belasting op investeren, op innovatie en toekomstige groei. Het zorgt ervoor dat de koek waarover belasting kan worden geheven juist kleiner wordt.  In plaats van die innovatie te bewerkstelligen met goedbedoelde, maar slecht uitgevoerde subsidies, is het wellicht beter om kapitaal niet te belasten en het over te laten aan de markt.  

Toch zijn belastingen uitstekend in staat om goed gedrag te belonen en slecht gedrag te straffen. Dat slechte gedrag zit eerder in overmatige consumptie dan in overmatig werken, sparen of investeren. Gelukkig hebben we een uitstekende belasting om consumptie te belasten, namelijk de omzetbelasting, alleen geldt die helaas maar voor 60 procent van de Nederlandse toegevoegde waarde. Overheid, gezondheidszorg, onderwijs, financiële instellingen, kansspelen, postdiensten, radio- en televisie-uitzendingen en allerlei sociaal-culturele sectoren zijn vrijgesteld. Dit zorgt voor verstoringen en een ongelijk speelveld. Commerciële alternatieven voor deze ‘overheidsdiensten’ staan bij voorbaat al op achterstand. Gevolg is een steeds grotere overheid dat het particuliere initiatief wegdrukt.

Waar de belastingwetgeving echt steken laat vallen is in het tegengaan van ongewenste externe effecten van de vrijemarkteconomie. Zaken die voor iedereen gratis zijn, mogen blijkbaar ook door iedereen worden vervuild of vernietigd. Vergeleken met de hoge belastingen op arbeid en vermogen, wordt vervuilen nauwelijks belast. Plastic voorwerpen zijn vergeleken met veel andere consumptiegoederen bijzonder goedkoop. Nog niet zo lang geleden werden plastic tassen zelfs gratis weggegeven. Nu moet er iets voor worden betaald, maar er zit geen cent extra belasting op een plastic zak. De prijs voor een ton CO2 is dit jaar fors gestegen, maar moet waarschijnlijk nog verdriedubbelen voordat de uitstoot echt in lijn is met de doelstellingen van Parijs, doelstellingen die binnenkort in Glasgow aangescherpt gaan worden. Belastingwetgeving heeft ook als functie om te herverdelen, maar de laatste decennia is ongelijkheid alleen maar toegenomen. Belastingwetgeving heeft ook als doel dat meer mensen een eigen woning kunnen aanschaffen, nu lijkt eerder het tegenovergestelde te zijn bereikt. 

De oplossing is simpel, belast niet economische factoren die een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij, dus geen belasting meer op arbeid, op ondernemen of op kapitaal, maar zet belastingen in om positieve baten te creëren voor de maatschappij. Met de juiste heffingen kunnen klimaatdoelstellingen worden gehaald, hadden we geen plastic soep in de oceanen en gaan belastingcongressen voortaan over het behoud van de biodiversiteit. Ook een meer duurzame en gezondere consumptie kan met belastingen uitstekend worden gestuurd. Woningen worden opeens betaalbaar door belastingen op de juiste manier in te zetten. Als al die doelstellingen zijn gehaald en de overheid nog steeds geld tekortkomt, hef dan een bescheiden vlaktaks op een zo’n breed mogelijke belastinggrondslag, dat is goed voor de solidariteit. Nu betaalt effectief de helft van de Nederlanders geen belasting dankzij al het rondpompen van toeslagen, waardoor de sterkste schouders steeds vaker (fiscaal) emigreren. Het sociale vangnet mag er zijn in de vorm van een basisinkomen voor iedereen. Voordeel van dit systeem is dat burgers en bedrijven veel meer te besteden hebben. Het geeft dus meer vrijheid, alleen worden die bestedingen zo gestuurd dat negatieve externe effecten voortaan in de prijs worden meegenomen. De overheid repareert de markt waar die faalt, maar de burgers bepalen via de markt waar ze hun eigen geld aan spenderen.  

Photo by CHUTTERSNAP on Unsplash