Terug naar site

Het jaar van Griekenland

Juli 2004

14 februari 2005

Niet Portugal, Frankrijk, Spanje, Engeland, Italië of Tsjechië. Ook niet Nederland. Griekenland is de nieuwe Europees Kampioen voetbal. Die overwinning van het Griekse elftal, onder leiding van de Duitse coach ‘Rehacles’, zorgde zes weken voor het begin van de Olympische zomerspelen in Athene voor euforie in dat land. Goed voor het vertrouwen van de Grieken in hun land. Wat is de invloed van de overwinning op het EK in combinatie met de te houden Olympische Spelen op de Griekse economie?

Het aftellen is begonnen: op 13 augustus 2004 wordt in Athene het startschot gegeven voor de 25e moderne Olympische Spelen. Dat de Spelen eindelijk weer in Griekenland plaatshebben, is erg symbolisch. Ze zijn weer thuis. In de 19e eeuw blies baron Pierre de Coubertin, de stichter van de Olympische beweging de traditie van de Olympische Spelen nieuw leven in. Hij wilde dat sporters uit verschillende landen met elkaar gingen wedijveren. Niet het willen winnen moest voorop staan, maar je best doen en strijd leveren. De eerste moderne Olympische Spelen vonden plaats in 1896 in Athene. Aan het Griekse verlangen de organisatie van de Spelen blijvend in eigen hand te houden, werd niet voldaan. De internationale grondslag werd geacht versterkt te worden door steeds een ander land als strijdtoneel te laten fungeren.Van 776 BC tot 261 AD vonden om de vier jaar de Olympische Spelen plaats in het dorp Olympia, bij de berg Olympus. Ze maakten deel uit van een feest ter ere van de Griekse oppergoden die op de Olympus wonen. Atleten van overal uit het Griekse en later het Romeinse rijk kwamen daar naartoe. Men vond het gebeuren zó belangrijk dat bij iedere oorlog die in het rijk aan de gang was de strijdende partijen de wapens moesten neerleggen kort vóór, tijdens en na de festiviteiten. Zo konden deelnemers uit oorlogsgebieden ongehinderd naar Olympia vertrekken en terugkeren. De prijs was een krans, gevlochten van de takken van de heilige wilde olijfboom. De overwinnaars hadden het recht hun standbeeld te plaatsen in de Altis, het gewijde bos nabij Olympia. In hun geboorteplaats werden zij in triomf ingehaald; veelal werden zij vrijgesteld van belastingen. Soms werd in de stadsmuren symbolisch een gat gemaakt, ten teken dat een stad die een Olympisch kampioen herbergde, geen muren nodig had. Uit geheel Griekenland stroomden toeschouwers naar de Spelen; bij de Spelen ontstonden drukke markten. Kunstenaars stelden hun werken tentoon en dichters en redenaars lazen uit hun werken voor.

Ook tijdens de moderne Spelen wedijveren sporters uit verschillende landen met elkaar, maar er zijn verschillen met de oude Spelen. Ze worden telkens in een andere stad gehouden. Oorlogen gaan tijdens de Spelen gewoon door. In 1916, 1940 en 1944 worden ze zelfs afgelast vanwege oorlog. Ook op andere manieren worden de Spelen vaak een speelbal van internationale conflicten en politieke propaganda. Tevens groeien de Spelen uit tot een commercieel gebeuren waar fabrikanten van sportartikelen, omroepen en andere bedrijven veel geld aan hopen te verdienen. Ook worden de Spelen steeds meer het domein van duurbetaalde sporters die kosten noch moeite sparen om zich optimaal voor te bereiden. Gebleven is de heldendom die sporters ten deel vallen als ze één of meer gouden medailles winnen. Enkelen blijven dat tot lang na het einde van hun sportcarrière. In 1999 riep de Internationale Atletiekfederatie IAAF twee meervoudige Olympische winnaars uit tot beste atleet en beste atlete van de 20e eeuw. Het zijn respectievelijk Carl Lewis die tijdens de Spelen van 1984, 1988, 1992 en 1996 in totaal negen gouden medailles won en Fanny Blankers-Koen, die tijdens de Spelen van 1948 vier gouden medailles won.

In 1997 koos het Internationaal Olympisch Comité Athene voor de tweede keer als gaststad voor de Spelen. Ze worden gehouden van 13 tot 29 augustus 2004. Op allerlei manieren is te zien wat de bakermat is van de oude én die van de moderne Spelen. Op het embleem van de Spelen staat een kotinos afgebeeld, niet alleen omdat het een onderscheiding was voor winnaars bij de oude Spelen, maar ook omdat de olijfboom de heilige boom van de stad was. Op de medailles die worden uitgereikt is het Panathenisch Stadion te zien waar de Olympische Spelen van 1896 zijn gehouden. De twee mascottes van de Spelen heten Phevos en Athene. Phevos is de Griekse naam van Apollo, de god van de muziek en het licht. Athene is de naam van de godin van de wijsheid die ook beschermvrouw van de stad Athene was. Tijdens de Spelen beschermen 45.000 soldaten en politiemensen en 60.000 vrijwilligers beschermen deelnemers, hun begeleiders, journalisten, verslaggevers en toeschouwers tegen terreuraanslagen en ander onheil. Ook bewaken NAVO-vliegtuigen en -schepen het luchtruim boven en de wateren rond Griekenland. De angst voor terreur zit er goed in na de aanslagen van 11 maart 2004 in Madrid en andere grote aanslagen van de afgelopen jaren.

De kosten van de Olympische Spelen die deze zomer in Athene worden gehouden naderen de zes miljard euro, 30% meer dan bij aanvang was begroot. Volgens medewerkers van de Griekse regering wordt na 29 augustus, de slotdag van de Spelen, pas exact duidelijk hoe veel het evenement heeft gekost. Sombere analisten schatten dat Griekenland er ongeveer tien miljard euro aan kwijt zal zijn en een jarenlange financiële crisis tegemoet gaat. De Griekse minister van Financiën Alogoskoufis wilde niet zeggen waardoor de kosten van de Spelen zo hoog oplopen. Vermoed wordt dat de extra veiligheidsmaatregelen en het wegwerken van de achterstand in de bouwwerkzaamheden aan stadions het meeste geld hebben gekost.

Maar wat leveren de Spelen de Griekse economie op? Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de directe financiële gevolgen voor de organiserende stad, waarbij vaak alleen gekeken wordt naar de opbrengsten die direct gerelateerd worden aan de Spelen, en de veel bredere economische invloed op de economie. Het mag duidelijk zijn dat de invloed op een relatief kleine economie als de Griekse veel groter is dan op een grote economie als de Verenigde Staten. De volledige invloed van de Olympische Spelen is pas na geruime tijd goed te inventariseren. Daarin zijn drie fases te onderscheiden. In de eerste fase die soms wel 10 jaar voor aanvang van de Spelen begint, gaat het vooral om investeren in de Olympische faciliteiten. In aanloop naar die Spelen is vaak al een opleving van het toerisme te bespeuren. De tweede fase beslaat de tijd dat de Spelen daadwerkelijk worden gehouden. De derde fase beslaat de Olympische erfenis die zich vaak uitstrekt over de vele jaren, veelal een gevolg van de verbeterde infrastructuur. Toerisme is de enige activiteit die zowel voor, tijdens als na de Olympische Spelen een opleving laat zien. In het bijzonder voor een land als Griekenland, dat al sterk afhankelijk is van toerisme, vormen de Spelen daarvoor een belangrijke impuls.

Voor de Olympische Spelen van Los Angeles in 1984 werd er nauwelijks aandacht geschonken aan de macro-economische effecten van de Olympische Spelen. De belangstelling daarvoor nam toe nadat de Olympische Spelen van Montreal in 1976 zorgden voor een tekort van meer dan $ 1 miljard voor die stad. Dit tekort werd volledig gefinancierd door de stad Montreal zelf, wat betekende dat de belastingbetaler in Montreal nog tot en met 2006 te maken heeft met een extra Olympische belasting op cigaretten. De financiële ramp voor Montreal zorgde er voor dat veel steden terughoudend werden om de Olympische Spelen te organiseren. Over de Spelen in Moskou (1980) is financieel weinig bekend, maar de Spelen van Los Angeles werden uitvoerig doorgerekend. Dat moest ook wel omdat de burgers van Los Angeles de Spelen niet met gemeenschapsgeld wilden bekostigen. Dat betekende dat de Spelen van 1984 vrijwel volledig privaat moesten worden gefinancierd. Dit was het begin van de commercialisering van de Olympische Spelen. Uiteindelijk bleken de Spelen van 1984 financieel een succes met een overschot van $ 335 miljoen. Steden waren weer geïnteresseerd om de Spelen te organiseren en in het bijzonder de Spelen van Seoul (1988) en Barcelona (1992) waren financieel een succes. Barcelona profiteerde voor het eerst ook van een sterke verbetering van de infrastructuur van de stad. Dat zorgde er voor dat bij de Spelen van Atlanta (1996) en Sydney (2000) er ook werd gekeken naar de bredere effecten op de economie.

Griekenland is het kleinste land dat de Olympische Spelen organiseert in meer dan 50 jaar. Dat betekent dat de financiële last gedragen moet worden door de relatief kleine bevolking. Vorig jaar zorgden de investeringen voor de Olympische Spelen in combinatie met de reeds verslechterde economische situatie al voor een tekort op de begroting van 3,2% (na 1,4% tekort in 2002), waarmee de grens van het stabiliteitspact werd overschreden. Daar staat wel tegenover dat de Griekse economie vorig jaar groeide met bijna 5%. In de eerste maanden van dit jaar was het tekort al opgelopen tot 8%. Overigens verwacht men wel dat dit tekort in de tweede helft van dit jaar, als de inkomsten worden geboekt, lager zal uitkomen. Ondanks alle investeringen zal men niet op tijd klaar zijn in Athene. De spoorverbinding met het vliegveld werd geschrapt, evenals het dak van het Olympische zwembad. Het Olympisch stadium komt gereed op 20 juli, drie weken voor de Spelen. De kosten voor beveiliging zijn door de angst voor terrorisme geëscaleerd. Dat moet vooral worden terugverdiend uit de extra toeristen die Griekenland in de periode 1998-2010 bezoeken. Dat moet de Griekse economie bijna € 10 miljard gaan opleveren, 1% van het BBP elk jaar. Gevaar is natuurlijk wel dat er in 2005 een terugslag is in de economie wanneer de overheid genoodzaakt wordt het tekort op de begroting te beperken. Op lange termijn zal het land echter profiteren van de verbeterde infrastructuur, waar de Europese Unie ook haar steentje aan bijdraagt. Iets dat Griekenland in ieder geval wel kon gebruiken. En voor de Grieken zelf kunnen ook de Olympische Spelen niet meer stuk, na de overwinning van FC Hellas in Portugal.