De hoge inflatie vreet de pensioenpot op. Voor een waardevast pensioen moet de uitkeringen omhoog, terwijl de toekomstige verplichtingen stijgen. Dat is niet langer vol te houden.
Het huidige pensioenstelsel belooft op papier een waardevast pensioen. Alleen vanwege die verplichting is er een zogenaamde rekenrente op basis waarvan toekomstige verplichtingen moeten worden berekend. In verband met de carrièrerisico’s van betrokkenen zit de rekenrente aan de veilige kant. Liever een heel duur en laag pensioen, dan een goedkoop en hoog pensioen. Wat dat laatste kan alleen als er ook daadwerkelijk risico wordt gelopen en in het huidige stelsel loopt niet alleen de pensioengerechtigde zo’n risico, maar ook de uitvoerders en de toezichthouders. Die zien voor zichzelf geen upside, alleen maar downside. In de praktijk is het pensioen al jarenlang niet meer waardevast. Jaar op jaar is de indexatie van de pensioenen gepasseerd, dus de belofte is net als de rekenrente een papieren tijger.
Nu was lange tijd het voordeel van het niet indexeren dat tegelijkertijd de inflatie laag was. Dat is ook de reden waarom gepensioneerde Japanners prima kunnen leven met deflatie, omdat ze veelal een vast nominaal pensioen van de overheid ontvangen. Over het gehele jaar 2022 zal de inflatie in Nederland waarschijnlijk op een procent of 9 uitkomen, alleen mensen met een niet zo goed geïsoleerd huis zitten eerder op het dubbele inflatiepercentage. Dat betekent niet alleen dat de bestedingskracht van het niet-geïndexeerde pensioen in één keer met 9 procent daalt. Ook van alle toekomstige pensioenuitkeringen wordt in één keer 9 procent afgeschaafd. En dan is het nog maar te hopen dat het hierbij blijft. Financiële markten lijken nu te wensdenken dat de inflatie terug kan keren naar 2 procent via een zogenaamde zachte landing van de economie, maar de kans is groter dat inflatie langere tijd rond de 5 procent blijft hangen. Dit was ook het doel van de ECB. De rente op schulden laag houden om een schuldendeflatiespiraal te voorkomen, maar dat kan alleen door de bezitters van die schulden te onteigenen. We staan er bij en kijken ernaar.
Er is nog een mogelijkheid om een deel van het pensioen te redden en dat is wanneer Nederland de eurozone verlaat. Nu staan de pensioenen genoteerd in boterzachte euro’s in een wereld waarin de centrale bank er alles aan doet om de landen met veel schuld binnenboord te houden. Op het moment dat Nederland er uitstapt en overgaat naar de harde gulden, dan zorgt dit er voor dat inflatie daalt. Wellicht dat er zelfs even sprake is van deflatie en daarmee krijgt de gepensioneerde een deel van de koopkracht weer terug. Bovendien kan die gepensioneerde dan weer eens heel goedkoop op vakantie in Zuid-Europa, dankzij de devaluatie van de lires en de peseta’s. Ondertussen gaat het pensioenstelsel een transitie maken om de huidige onhoudbare situatie weer houdbaar te maken, maar wel met een illusie armer.