Terug naar site

Life cycle beleggen

Financial Investigator, maart 2014

7 maart 2014

Ons leven is ruwweg op te delen in drie fases: onze jeugd, ons werkzame leven en ons pensioen. In al die fases willen we consumeren. Volgens de lifecylce theorie smeren we onze consumptie min of meer gelijkmatig uit over onze verschillende levensfases. Willen we meer uitgeven in onze jeugd, dan moeten we lenen en hebben we op latere leeftijd minder te besteden. Willen we meer consumeren als we met pensioen zijn, dan moeten we sparen en kunnen we minder uitgeven als we jong zijn.

De lifecycle theorie heeft een paar decennia geleden haar intrede gedaan in de beleggingswereld en wint de laatste jaren snel aan populariteit. Hoewel lifecycle beleggen voor verschillende doeleinden kan worden ingezet, gaat de meeste aandacht gaat daarbij uit naar lifecycle beleggen voor pensioen.

Bij lifecycle beleggen voor het pensioen wordt de opbouw van de beleggingsportefeuille gekoppeld aan de leeftijd van de belegger. Het beleggingsrisico wordt geleidelijk afgebouwd naarmate de belegger de pensioengerechtigde leeftijd nadert. Het idee daarachter is simpel: hoe dichter we bij onze pensioenleeftijd komen, hoe minder risico we kunnen én willen nemen met ons geld. Dat geld hebben we immers nodig voor onze oude dag en we kunnen een verlies niet meer goedmaken.

De groeiende populariteit van lifecycle beleggen is begrijpelijk, aangezien we steeds vaker zelf voor onze oude dag moeten zorgen. De overheid doet een stap terug. De AOW- en pensioenleeftijd gaan naar 67. Tegelijkertijd leven we langer en wordt het werkgeverspensioen minder zeker, doordat de risico’s meer bij werknemers komen te liggen. Door die ontwikkelingen moeten we nog beter nadenken over financiële vraagstukken en de gevolgen voor ons pensioen.

Er zijn steeds meer lifecycle fondsen waarin consumenten kunnen beleggen. In die fondsen wordt het risico vanzelf geleidelijk afgebouwd. Het voordeel is dat beleggers niet in de verleiding komen vlak voor de einddatum te grote risico’s te nemen. Daar komt bij dat veel mensen geen interesse hebben in financiële zaken. Ze denken langer na over de kleur van een nieuwe auto dan over hun pensioen. Een standaardproduct als een lifecycle fonds kan heel geschikt zijn voor die groep.

Lifecycle investing is een waardevol beleggingsconcept, dat een rol kan spelen bij het bepalen van de optimale beleggingsstrategie. Maar de lofzang op de voordelen van lifecycle beleggen slaat soms een beetje door. Lifecycle beleggen voor het pensioen kent belangrijke beperkingen. De benadering is te inflexibel en houdt onvoldoende rekening met persoonlijke omstandigheden en voorkeuren.

Het uitgangspunt bij lifecycle beleggen is dat de portefeuille bestaat uit aandelen en obligaties. Beleggen in aandelen is doorgaans risicovoller dan beleggen in obligaties. Daar staat tegenover dat aandelen op de langere termijn doorgaans een hoger rendement opleveren dan obligaties. Dat betekent dat de portefeuille van iemand die jong is overwegend uit aandelen zal bestaan. Met de jaren wordt er minder belegd in (risicovollere) aandelen en meer in (veiligere) obligaties.

Een ander belangrijk nadeel is dat lifecycle fondsen uitgaan van een vaste beleggingshorizon. Een werknemer stopt op zijn 65ste met werken en heeft vanaf dat moment pensioen nodig. In werkelijkheid gaat de pensioenleeftijd binnenkort al naar 67 jaar en zeer waarschijnlijk stijgt die de komende jaren verder. Bovendien kunnen mensen van gedachte veranderen: ze willen toch eerder met pensioen of juist langer doorwerken. Die flexibiliteit is er binnen een lifecycle fonds niet.

Ook de scherpe verdeling tussen risicovol beleggen in aandelen en veilig beleggen in obligaties is te zwart wit. Met de huidige historisch lage rentes kunnen obligaties wel eens een stuk risicovoller zijn dan aandelen. Terwijl een goed gespreide aandelenportefeuille een vrij stabiele inkomstenbron (dividend) oplevert die al snel goed is voor de helft van het totale rendement, een rendement dat op zich al hoger is dan het huidige couponrendement op obligaties. Risico afbouwen betekent dus niet altijd een kwestie van meer beleggen in obligaties en minder in aandelen.