Nederland is rijk, maar heeft ook veel schuld. In Nederland woont bijna 70 procent van de bevolking in een eigen huis, maar nergens in Europa hebben zoveel mensen een hypotheek. Het balanstotaal van Nederlandse banken ligt maar liefst op 400 procent van het BBP. Veel bezittingen dus, maar ook veel schulden. De Nederlandse pensioenpot één van de grootste in de wereld. Daaraan zitten ook veel verplichtingen verbonden, waaronder een latente belastingschuld groter dan de Nederlandse staatsschuld. Die staatsschuld is relatief laag. Daardoor lijkt ons land minder kwetsbaar dan zij in werkelijkheid is.
Schuld blijft gelijk, terwijl activa kunnen stijgen of dalen in waarde. In deze bear-markt staan de prijzen van veel activa onder druk. Beleggingen dalen in waarde, bezittingen van banken staan onder druk en het omslagpunt op de huizenmarkt is bereikt. Na de Grote Financiële Crisis zorgde deze hefboomwerking er voor dat de Nederlandse economie veel meer tijd nodig had om te herstellen. De overheid moest garant staan voor de banken, waardoor er minder ruimte was om de economie te stimuleren. Veel huizen stonden onder water, wat zorgde voor minder consumptie. Pensioenfondsen konden hun verplichtingen niet langer nakomen en stopten met indexeren en verhoogden de premies. Schuld zorgt dus voor kwetsbaarheid.
De oplossing is om een deel van bezittingen weg te strepen tegen de schulden. Dat is nog niet zo eenvoudig. Voor wat betreft de verstrekking van hypotheken is de laatste jaren een meer prudent beleid gevoerd, maar versneld aflossen is door de verslechterende economische situatie niet aan de orde. Wel biedt de energietransitie een kans voor de overheid om te investeren en gelijk de maandlasten van haar burgers omlaag te krijgen. Dat zorgt ook voor extra werkgelegenheid. In de financiële wereld kunnen bezittingen weg worden gestreept tegen schulden. Direct gevolg is wel dat banken minder krediet verlenen. De kwetsbaarheid daar kan beter worden verlaagd door een deel van de balans te verkopen aan lange termijn institutionele beleggers die op zoek zijn naar rendement met een gematigd risico.
De beste mogelijkheid om schulden af te bouwen zit in ons pensioensysteem. Het vermogen in de tweede pijler is zo groot dat de latente belastingschuld daarover groter is dan de staatsschuld. Die belastingen moeten bij pensioneren worden voldaan. Alleen is het niet zeker dat de Nederlandse staat die ooit kan innen. Mensen zijn niet verplicht om in Nederland met pensioen te gaan en door het vrije verkeer van personen en kapitaal in de Europese Unie (nog wel), zijn Zuid-Europese landen een uitstekende locatie om te genieten van het pensioen. Eén van de Portugese maatregelen na de vorige crisis was om geen inkomstenbelasting meer te heffen op pensioenen voor niet-gewone ingezetenen. Welgestelde buitenlanders konden emigreren naar Portugal en door de lokale bestedingen kreeg de economie een impuls. In een belastingverdrag van 2012 stak de Nederlandse fiscus daar een stokje voor, rechtstreeks ingaande tegen Europese principes. Nu betaalt een Belg die in Portugal met pensioen gaat geen belasting en de Nederlander wel.
Het is waarschijnlijk dat meer Zuid-Europese landen dit keer het voorbeeld van Portugal gaan volgen. Daarmee zal een groot deel van de Nederlandse belastinglatentie dus in rook op kunnen gaan. Nu afrekenen met de fiscus betekent dat pensioenen voortaan belastingvrij kunnen worden genoten (waar dan ook, meer vrijheid voor de burgers). Het moment om die bezittingen te gelde te maken is niet ongunstig, want een groot deel van de pensioengelden bestaat uit negatief rentende obligaties. De staatsschuld daarmee volledig aflossen is een teken van kracht en geeft extra lucht om de huidige crisis door gerichte investeringen te bestrijden.
Photo by Han Dieperink, mural in Lisbon