Peter Lynch doceert dat van de dertien minuten die worden besteed aan het analyseren van de economie, er tien minuten zijn verspild. Het gaat volgens Lynch om individuele bedrijven, niet om de economie. De recente correctie laat zien dat er ook dit keer een groot verschil zit tussen die bedrijven en de economie. Wie kijkt naar de AEX ziet dat bedrijven als Adyen, Just Eat Takeaway, Prosus, Asmi en ASML aan kop gaan. Bedrijven die immuun zijn of zelfs profiteren van de virusuitbraak. Tegelijkertijd zijn aandelen als ABN Amro en ING meer dan gehalveerd. Toch is de economische impact van de financiële sector en de IT-sector waarschijnlijk vergelijkbaar, maar het gewicht van de banken in de AEX is minder dan 4 procent en het gewicht van de IT-sector bijna 30 procent. Een pessimist ziet in de koersdaling van de banken de bevestiging dat het economisch niet goed gaat. De optimist ziet vooral profiterende tech-bedrijven. De realist kijkt ook naar het gewicht in de index.
Lynch houdt van recessies. Het is de tijd dat aandelen in de aanbieding zijn. Midden jaren tachtig stelde hij dat twaalf van de laatste drie laatste recessies goed waren voorspeld door de beurs. Geen goed track record, maar beter dan de gemiddelde econoom. Volgens Lynch heeft de beurs wel een 100 procent track record in het voorspellen van het herstel. Ondanks de lessen van Lynch gaat er nog altijd meer geld verloren met het voorspellen van de correctie dan met de correctie zelf. De start van een recessie bleek in het in het verleden een uitstekend moment om in te stappen. Instappen bij een extreem lage inkoopmanagersindex geeft historisch zelfs het hoogste rendement op aandelen. Ook is er een inverste correlatie tussen een extreem negatieve winstontwikkeling en het aandelenrendement in de twaalf maanden daarna. De markt verdisconteert altijd de toekomst. Dat is dit keer waarschijnlijk niet anders.
In die opgaande fase zijn er altijd beren op de weg. Eén daarvan is de torenhoge schuld. Die neemt snel toe door het beleid van centrale banken en overheden. Zelfs commerciële banken verlenen veel meer krediet, een groot verschil met de financiële crisis. Afgezet tegen het inkomen of het BBP, oogt die schuld onhoudbaar. Wie kijkt naar de rentelasten, ziet dat de kosten om die schuld te onderhouden lang niet zo laag zijn geweest. Centrale bankiers, zelfs de ECB, zullen er alles aan doen om dit zo te houden.
Door het recente positieve nieuws over de Coronacrisis, lijkt de economie sneller open te gaan dan waar eerder op was gerekend. Dat betekent ook dat consumenten weer meer kunnen besteden. Tijdens de lockdown wordt er veel minder geconsumeerd. Oplopende werkloosheid, dalende aandelenmarkten en wegvallende inkomsten zorgen voor minder consumptie. Daarbovenop sparen consumenten ook nog eens meer. Maar de geschiedenis leert dat de Amerikaanse consument bij het minste herstel weer uitgeeft wat er binnenkomt. Uitstel is ook geen afstel. Ik begrijp ook wel dat Nederlanders na deze crisis niet zes keer per week uit eten gaan, maar de gemiddelde Nederlander ging voor de crisis maar één keer per week uit eten. Wellicht dat de verruiming van de maatregelen werkt als een bevrijding, waardoor mensen misschien wel twee keer per week uit eten gaan. Je leeft immers maar één keer. In de vorige crisis bereikte de liquiditeit nooit de reële economie. Vooral de top één procent profiteerde. Die gaan daardoor niet meer consumeren. Met belastingvoordelen en een basisinkomen profiteert de overige 99 procent, daarmee is de kans op een positief effect op consumptie en economie veel groter. Tot zover, voldoende macro volgens Lynch.
Photo, Fernão de Magalhães ship Victoria, by an unkown 16th-century artist.