Terug naar site

Output Gap?

Fondsnieuws, 12 januari 2021

12 januari 2021

De output gap is het verschil tussen wat werkelijk wordt geproduceerd en wat de economie in staat is om te produceren. Als gevolg van de coronacrisis is dit verschil fors opgelopen en dat is een ijzersterk argument tegen oplopende inflatie op korte termijn. Er is voldoende overcapaciteit en ook nog een leger werklozen, zodat de kans dat op onbeheersbare inflatie op korte termijn klein lijkt, toch? Een goede indicator voor oplopende inflatie is de olieprijs. Die stijgt, maar omdat we in de vierde industriële revolutie zitten, is het wellicht beter om te kijken naar de vraag naar semiconductors. China geeft immers meer uit aan de import van semiconductors dan aan de import van olie.

Vorig week werd bekend dat Volkswagen dit kwartaal 100.000 minder auto’s zal produceren vanwege een tekort aan semiconductors. Ook Nissan, Honda, Renault, Daimler en General Motors gaan er van uit dat de productie vanaf februari met 10 tot 20 procent moet worden teruggebracht. Onderdelenleveranciers zoals Continental, Bosch en Valeo zien tekorten. De auto-industrie gaat er van uit dat het probleem pas eind 2021 opgelost zal zijn. Chipsproducenten als Infineon, NXP, Texas Instruments en Nvidia leveren aan de auto-industrie, maar omdat autoproducenten niet zo veel willen betalen voor die semiconductors staan ze nu achteraan in de rij. En de rij is lang. De semiconductormarkt groeit dit en volgend jaar naar verwachting met 8 procent per jaar, vergeleken met slechts 2 procent per jaar in de afgelopen drie jaar Toen drukten handelsspanningen, het einde van de 4G-cyclus en uiteraard de pandemie de vraag. Dit jaar gaat de economische groei wereldwijd richting de 6 procent, zijn de voorraden laag, is de 5G-cyclus begonnen en dat bovenop de structurele groei in veel deelmarkten zoals de cloud, kunstmatige intelligentie, gaming en internet-of-things. In het post-coronatijdperk is er ook nog een sprake van een versnelling van de digitalisering van de economie.

Vorig jaar daalde de semiconductorindex (SOX) halverwege maart met 30 procent om uiteindelijk het jaar af te sluiten met een plus van 51 procent. Dat komt bovenop de stijging van 60 procent voor de SOX in 2019. Toch is er nog opwaarts potentieel in deze semiconductorsupercyclus. Zowel cyclisch als structureel zit het tij mee. En de tegenwind van de afgelopen jaren waaronder de problemen op de markt voor geheugenchips, de handelsspanningen tussen China en de Verenigde Staten en Covid-19 verdwijnt dit jaar. De sterke vraag naar semiconductors is goed nieuws voor de toeleverende industrie. Er is maar een echte oplossing op het moment dat chips niet zijn aan te slepen en dat is uitbreiding van de capaciteit. Een segment van de semiconductormarkt dat ook bovengemiddeld groeit is op het gebied van 5G-infrastructuur. Binnenkort eindigt de C-band-veiling in de VS, rond de kerst stond de teller voor nieuwe licenties al op 70 miljard dollar. Deutsche Telekom verkoopt T-Mobile Nederland om de opbrengst te investeren in 5G-infrastructuur. Japan investeert volop in 5G in aanloop naar de Olympische Spelen en China wil na het Chinese Nieuwjaar maar liefst 600.000 5G basisstations installeren in 2021. Een ander segment dat veel harder groeit dan de semiconductormarkt is de cloud. Thuis werken, leren en winkelen gaat niet zonder de cloud. Daarbovenop komt dus nog de automarkt die dit jaar met 16 procent groeit en vergeet niet de industrie die met 9 procent groeit vanwege de voortschrijdende automatisering en het gebruik van robotica. Er was een tijd dat de semiconductormarkt vooral afhankelijk was van de pc-cyclus en zelfs die laat dit jaar een bescheiden groei zien van 1 procent, maar dat komt vooral omdat door de ongelukkige vergelijkingsbasis met 2020 toen de vraag naar pc’s sterk steeg. Toch is de tijd voorbij dat Intel, de naamgever van Silicon Valley, het grootste semiconductorbedrijf ter wereld was. Intel staat nu op plek nummer 4. De eerste plek wordt ingenomen door TSMC dat ruim 2 keer zo groot is, gevolgd door Nvidia en het Nederlandse ASML. Wanneer koersen sterk stijgen noemen we dat asset-inflatie, maar het is toch niet zo dat ze hier losgezongen zijn van de fundamenten. Lijkt me ook geen omgeving waar veel prijsdruk mag worden verwacht.