Terug naar site

Twintig jaar euro

Auréus, 31 december 2021

1 februari 2022

Twintig jaar geleden gingen de inwoners van twaalf Europese landen over op een nieuwe munt, met de weinig creatieve naam euro. Het idee over een gemeenschappelijke munt was ontstaan in de jaren zeventig, ontworpen in de jaren tachtig en uitonderhandeld in de jaren negentig. Doorslaggevend was de Duitse eenwording in 1990. De Fransen hadden geen goede herinnering aan de eerste Duitse eenwording van 1871, één Duitsland onder Pruisische leiding, nota bene uitgeroepen in de spiegelzaal van het paleis van Versailles. Om het evenwicht in Europa te herstellen eisten de Fransen een gezamenlijke munt. Parijs ging met de Duitse eenwording akkoord op voorwaarde dat Duitsland de euro accepteert. In 1992 was er al het verdrag van Maastricht waarin werd besloten tot de invoering van de euro. Nadat in eind 1998 de onderlinge wisselkoersen definitief werden vastgelegd, was vanaf 1 januari 1999 de girale euro een feit en twee jaar later werd ook de fysieke euro geïntroduceerd. 

Om van een muntunie een succes te maken, moeten de betrokken landen in de eerste plaats weten dat ze hun wisselkoersbeleid en hun monetaire vrijheid kwijtraken. Dat betekent dat er alternatieve aanpassingsmechanismen moeten zijn om economische schokken op te vangen, zoals een hoge mobiliteit van arbeid en kapitaal, een sterke mate van loon- en prijsflexibiliteit en een herverdelingsmechanisme tussen de deelnemende landen, helaas niet de sterkste punten van de Europese Unie. Het kwam erop neer dat ook politiek, economisch en fiscaal de landen van de eurozone nauwer moesten gaan samenwerken. Eén van de redenen waarom de Britten inmiddels geen onderdeel meer zijn van de Europese Unie. 

Al het begin is moeilijk. De eerste twintig jaar voor de Amerikaanse dollar waren ook niet eenvoudig. Officieel werd de dollar geïntroduceerd op 2 april 1792. Net als in Europa sloten verschillende staten zich in de eerste twintig jaar aan bij de nieuwe muntunie. Maar er waren ook oorlogen met de Indianen en de Britten. Zo ver is het gelukkig in Europa niet gekomen. De Europese Unie en de euro zijn in de eerste plaats politieke concepten om juist dat te voorkomen. Het is moeilijk om een prijs te zetten op het fenomeen van nooit meer oorlog, vooral op het Europese continent. Toch zullen velen teleurgesteld zijn over de eerste twintig jaar van de eurozone. Van de beloofde economische integratie is weinig terechtgekomen. Volgens recent onderzoek van de ECB was de invloed van de euro op de handel over deze periode niet veel meer dan een groei van 5 procent. Door de verschillen in historie, taal, netwerken, juridische systemen en cultuur blijken nationale landsgrenzen wel degelijk nog te bestaan. Dat werd weer opvallend duidelijk tijdens de coronacrisis. Een gemeenschappelijk beleid ontbrak en elk land in Europa kwam met eigen maatregelen. 

Voor de Europese handel is de euro wellicht een kleine plus, maar het Europese financiële systeem heeft de introductie van de euro nauwelijks overleefd. Eerst waren de weinig winstgevende Europese banken gretig afnemer van het grootste exportproduct van de Verenigde Staten deze eeuw, zijnde Amerikaanse hypotheekobligaties. Banken raakten in de problemen. Elke bank wil graag een globale bank zijn, maar bleef toch sterk verbonden met de eigen nationale lidstaat. Op de Grote Financiële Crisis volgde dan ook een eurocrisis, waarin pijnlijk de kwetsbaarheden van de muntunie werden blootgelegd. Sinds 2012 heeft de ECB ingegrepen. Dat moet ook wel want zonder de euro is er ook geen ECB. Alle landen van de eurozone hebben sindsdien tegen dezelfde prijs toegang tot krediet. Met het laatste herstelfonds is er zelfs begrotingsmacht naar Brussel verlegd en mag Brussel voor het eerst ook eigen belastingen heffen. 

Toch is de eurozone nog altijd een divergerend systeem. Hoge schulden kunnen snel zorgen voor een nieuwe crisis. Wat dat betreft is het hoopgevend dan premier Draghi (inmiddels bekend als Super Mario) en president Macron pogen om hervormingen door te voeren. Frankrijk is immers maar één recessie verwijderd van net zo’n problematische situatie als Italië. Het risico bestaat nog altijd dat met de volgende Europese recessie er ook weer sprake is van een nieuwe eurocrisis. De euro en daarmee de Europese Unie worden nu samengehouden door de angst om te vertrekken, niet door de liefde voor de euro. Eurosceptici als Marine Le Pen in Frankrijk en Matteo Salvini in Italië houden zich op de vlakte. Voorlopig. 

Internationaal heeft de euro weinig kunnen uitrichten tegen de dominantie van de dollar. Nog even en de Chinese renminbi neemt de tweede plek in na de dollar als één van de reservemunten van de wereld. Vorig jaar ondertekenden 15 Aziatische landen het grootste vrijhandelsakkoord ter wereld, groter dan Europese Unie. China betaalt de geïmporteerde olie in renminbi, Europa moet de olie nog altijd betalen in Amerikaanse dollar. Ook voor een leidende positie op technologisch gebied heeft China tegenwoordig betere kaarten dan Europa. Verder heeft de euro binnen de Unie voor verdeeldheid gezorgd. Tal van problemen die in het verleden met een devaluatie van de eigen munt konden worden vereffend, zorgen nu onnodig voor veel politieke onrust. Bovendien is dankzij de digitalisering een groot deel van het handelsvoordeel van de euro ook verdwenen. De Europese unie wil zich graag positioneren als een relevant machtsblok in de wereld, maar zonder de euro was de Europese Unie twee keer zo groot geweest, inclusief Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en alle Scandinavische landen. 

Beleggers moeten rekening blijven houden met de eindigheid van de euro. De kans daarop lijkt niet zo groot nu de Europese economie sterk groeit, maar kan in crisistijden snel toenemen. Ook als de euro niet uit elkaar valt, kan de euro onder druk komen. Wie dan alle valutarisico’s afgedekt heeft naar euro, loopt de kans om twee keer een draai om de oren te krijgen: één keer door de koersdalingen op de financiële markten en één keer door de vlucht in reservemunten zoals de Amerikaanse dollar, de Japanse yen en wellicht de volgende keer ook de Chinese renminbi. Bedenk verder dat een eurohedge liquiditeit vreet op het moment dat de euro zwakker wordt. Min of meer gedwongen activa verkopen op het dieptepunt van een crisis, zorgt voor het echte risico van beleggen, namelijk permanent verlies van vermogen. Aangezien valuta ook nog eens de ultieme uitlaatklep zijn voor de huidige monetaire gekte is spreiding over verschillende veilige valuta wenselijk. Lang leve de euro.