Terug naar site

Waarom beurzen toch stijgen

Colum IEX 21 februari 2020

21 februari 2020

Er gaat meer rendement verloren met het voorspellen van een correctie, dan met de correctie zelf. Ook dit jaar zijn er mensen die vol ongeloof aan de zijlijn staan. Zij zien beren op de weg, van euforie is geen sprake. Deze muur van angst wordt beklommen door de stijgende beurs. Op basis van waardering, economische groei en liquiditeit zit er nog meer in het vat.

Eerst de waardering. Na tien jaar stijgende koersen, zijn aandelen toch veel te duur? Buiten de Verenigde Staten hebben aandelen nog maar net de schade van de crisis goedgemaakt. Alleen de Amerikaanse beurs is verdrievoudigd. De afgelopen drie jaar steeg de Amerikaanse beurs met 50 procent. De rest is per saldo onveranderd. Over diezelfde periode steeg de gemiddelde winst per aandeel met 37 procent. Als de winst dit jaar met nog eens 8 procent stijgt, is de Amerikaanse beurs niet duurder geworden. De huidige koers/winstverhouding (23) is nog altijd lager dan tijdens historische eindfases van een bullmarkt, zoals een k/w van 45 tijdens de Nifty Fifty, 60 in de TMT-hausse en 72 in de Japanse bubbel. En toen stond de rente veel hoger.

Eind vorig jaar ging het de goede kant op met de wereldeconomie. Nu gooit het Wuhan-virus roet in het eten. China is de tweede economie ter wereld en een economische krimp in het eerste kwartaal drukt op de wereldeconomie. De beurs lijkt immuun voor het virus en rekent op basis van de vele ervaringen uit het verleden op een V-vormig herstel. De door het virus veroorzaakte lagere rentes en de lagere olieprijzen vormen zelfs een positieve impuls voor de consumptie buiten China. Per saldo staat er voor de factor economie een min, maar er wordt gerekend op uitstel en niet op afstel.

Economie en liquiditeit zijn communicerende vaten. Valt de economische groei tegen, dan hebben centrale bankiers meer ruimte om te stimuleren. Voor het eerst in de geschiedenis is er tegelijkertijd sprake van kwantitatieve verruiming in de Verenigde Staten, de eurozone, Japan en nu ook in China. Voor het eerst valt kwantitatieve verruiming samen met extra fiscale liquiditeit, zowel in de Verenigde Staten, eurozone, Japan, China en sinds kort ook in het Verenigd Koninkrijk. Door de forse daling van de rente in de Verenigde Staten, is daar nu ook over de hele curve sprake van een negatieve reële rente. Historisch een probaat middel voor verder stijgende koersen. Ook zijn er miljarden minder nodig om de opslag van olie te financieren, allemaal extra liquiditeit. In de Verenigde Staten zal de monetaire piek van deze liquiditeitsimpuls waarschijnlijk niet voor de verkiezingen in november worden bereikt. Liquiditeitsgedreven markten hebben nogal de neiging om door te schieten in waardering. Dat is dan een zeepbel, maar die moet eerst nog worden opgeblazen. Nog meer beren op de weg en ongeloof. Het blijft de minst geliefde bull-markt ooit.