Inflatie, industriële productie, inkoopmanagers, detailhandel: een hele reeks macrocijfers uit de eurozone kwam deze week onder de verwachtingen uit. Dat past in een langere trend van matig macronieuws. De Citi Economic Surprise Index, die meet in hoeverre zulk nieuws mee- of tegenvalt, staat op -72, oftewel het laagste punt sinds eind 2016. Is de eurozone zijn groeimomentum kwijt?
'De prestaties van de economie vallen momenteel gewoon tegen, als je ze vergelijkt met de verwachtingen. Niet alleen in Europa, maar ook elders. En dat terwijl de ramingen het afgelopen jaar steeds werden overtroffen. Dat bracht een optimisme waarin de lijntjes omhoog werden doorgetrokken. Zo'n goede fase houdt een keer op.
Er zijn een aantal verklaringen te bedenken, zoals het koude weer in grote delen van Europa. Ook de onrust op de beurzen heeft hier meer dan elders een drukkend effect op inkoopmanagersindices.
Ik denk dat we de piek van de groei nu misschien hebben gehad, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Het is heel normaal dat er in de herstelfase een snelle groei is, en dat daarna een stabiele fase volgt met een groei van 2% of 2,5%. Ik maak me daar geen zorgen over, het is alleen geen extra impuls meer.
Intussen neemt de kwaliteit van de groei wel toe. De werkloosheid daalt, er zijn meer permanente banen en de lonen stijgen, wat goed is voor de consumptie. Dit is bovendien breed gedragen in de eurozone. Een bijkomend voordeel van stabiele groei is dat de kans kleiner is dat de inflatie doorschiet. Dan hoeft de ECB niet zoveel haast te maken met het afbouwen van het opkoopprogramma. De aandelenmarkten kunnen dit wel hebben, al zullen ze wellicht wat minder gedragen worden door cyclische aandelen.'