Terug naar site

Hoe Trump toch nog kan winnen.

Fondsnieuws 29 oktober 2020

29 oktober 2020

Vandaag worden de Amerikaanse BBP-cijfers over het derde kwartaal gepubliceerd. De meeste economen rekenen op een groei tussen de 22 en de 33 procent. De Federal Reserve, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, maakt zelf ook een inschatting. De laatste prognose van de Fed was een groei van maar liefst 37 procent, de hoogste groei in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Let wel: dit is de geannualiseerde groei ten opzichte van het vorige kwartaal. Geannualiseerd betekent dat de groei wordt omgerekend naar een periode van een jaar. Buiten de Verenigde Staten is dat niet gebruikelijk. Omgerekend is de prognose van de Fed dus een groei van 8,2 procent.

Het is nog nooit voorgekomen dat een zittende Amerikaanse president die opging voor een tweede termijn niet werd herverkozen op het moment dat er in de twee jaar voorafgaand aan de verkiezingen sprake was van economische groei. Tegelijkertijd betekent een recessie in de twee jaar voorafgaand aan de verkiezingen vrijwel altijd dat de zittende president het veld moet ruimen. Dit fenomeen won aan betekenis tijdens de verkiezingen van 1992. In maart 1991 startte Bush senior een grondoorlog in Irak waardoor zijn populariteit steeg naar 90 procent, maar vlak voor de verkiezingen een jaar later was zijn populariteit gedaald tot 64 procent en werd Bush niet herkozen. Belangrijkste reden was de recessie met de bijbehorende hoge werkloosheid. Bush probeerde de verkiezingen te winnen met zijn buitenlands beleid, maar verloor het op de economie. Dat was precies waar een campagneleider van Clinton op had ingezet met de slogan ‘The economy, stupid’. Ook Amerikanen blijken maar al te vaak met hun portemonnee te stemmen. Voor Bush waren de presidenten Carter, Ford, Hoover en Taft hetzelfde lot beschoren. Daartegenover staat een lange lijst met presidenten die wel een tweede termijn kregen: Wilson, Roosevelt, Truman, Eisenhower, Johnson, Nixon, Reagan, Clinton, Bush junior en Obama. Allemaal omdat ze het economische tij wel mee hadden.

In de praktijk wordt meestal van een recessie gesproken als er twee of meerdere opeenvolgende kwartalen sprake is van krimp. Dat is dit jaar het geval. In het eerste kwartaal kromp de Amerikaanse economie met 1,3 procent en in het tweede kwartaal met 9,0 procent (beide cijfers niet gannualiseerd). Dat betekent dat zelfs met een groei van 8,2 procent in het derde kwartaal de omvang van de Amerikaanse economie nog altijd kleiner is dan begin dit jaar. Recessie betekent letterlijk teruggang of terugval en wat dat betreft kan worden gesteld dat de Amerikaanse economie nog niet uit de recessie is. Trump meet zijn beleid graag af aan de ontwikkeling van de economie en de Amerikaanse aandelenbeurs. Het Coronavirus gooide roet in het eten. Daardoor lijken de verkiezingen nu vooral te gaan over zijn aanpak om het virus te bestrijden. De rapportage van de record-BBP-groei kan hem op het laatste moment nog helpen. Alleen jammer voor hem dat meer dan 60 miljoen Amerikanen al hebben gestemd.

Er is één president die wel is herkozen, ondanks een recessie in de twee jaar voorafgaand aan de verkiezingen. Dat is Calvin Coolidge in 1924. Van mei 1923 tot juni 1924 was er sprake van een milde recessie. Tijdens de verkiezingen was de economie alweer uit de recessie, het moment wat bovendien de aftrap was voor de ‘roaring twenties’. Een geannualiseerde groei van 37 procent zou een prima startschot kunnen voor de nieuwe ‘roaring twenties’. Maar Coolidge had natuurlijk ook de ijzersterke slogan: ‘Keep Cool with Coolidge’. De slogan van Trump is nu ‘Keep America Great’. Ik zou voor een tweede termijn toch nog snel het woordje ‘again’ er aan toevoegen.

Photo by mana5280 on Unsplash