Terug naar site

Nikkel

Voor een appel en een ei

27 januari 2014

Nikkel is een veel gebruikt metaal. Net als veel andere grondstoffen zijn de nikkelprijzen begin deze eeuw sterk gestegen en de laatste jaren weer gedaald. Op korte termijn zorgen aanbodbeperkingen van Indonesië voor mogelijk prijsherstel, maar op lange termijn zit ook nikkel aan het eind van de grondstoffensupercyclus.

Nikkel is niet meer weg te denken uit onze moderne maatschappij. Eén derde van alle nikkel wordt gebruikt voor de productie van roestvrij staal. Ook magneten, oplaadbare batterijen, brandstofcellen en moderne accu’s bestaan deels uit nikkel. Het is dus een belangrijk metaal in de overstap naar groene energie. Nikkel wordt ook regelmatig gebruikt als katalysator in industriële processen. Diezelfde industrie stelt ook steeds hogere eisen aan toe te passen materialen. Corrosie- en hittebestendigheid zijn belangrijke eigenschappen. Nikkellegeringen bieden deze eigenschappen.

Nikkel wordt gewonnen uit twee typen nikkelertsen. Sulfidisch erts afkomstig van ondergronds vulkanisme en asteroïde-inslagen. Sulfidisch erts was lange tijd de belangrijkste bron voor nikkel. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is een tweede type erts belangrijk geworden en dat is lateriet nikkelerts, ontstaan uit verwering van bepaalde gesteenten. Dit komt veel voor, maar de concentraties nikkel liggen lager. Een grote producent van dit type erts is Indonesië. Dit land heeft recent bedrijven exportbeperkingen opgelegd, omdat ze meer wil profiteren van de eigen delfstoffen.

De ontwikkeling van de nikkelprijzen staat model voor het prijsverloop van veel grondstofprijzen. Eind jaren negentig waren prijzen zo laag, waardoor het niet lonend was om te investeren in nieuwe capaciteit. Consolidatie onder mijnbouwers zorgde voor meer discipline aan de aanbodkant. Tegelijkertijd steeg de vraag vanuit de opkomende markten, met als gevolg sterk stijgende prijzen. Maar in elke markt heeft prijs een functie. Het zorgt voor meer aanbod door investeringen en de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Het zorgt ook voor minder vraag en een zoektocht naar alternatieven voor sterk in prijs gestegen grondstoffen. In de mijnbouw duurt het echter lang voordat het aanbod zich heeft aangepast aan de vraag. Vanwege de lengte van dit aanpassingsproces wordt ook wel gesproken van de grondstoffensupercyclus.

De nikkelprijzen bereikten in maart 2007 een piek tot boven de $ 50.000 per ton, vijf keer het niveau van het jaar 2000. Dat zorgde er voor dat de Chinezen overschakelden naar een nieuwe nikkel ruwijzer technologie om roestvrij staal te produceren. Lateriet ijzererts wordt in roterende elektrische ovens verwerkt tot roestvrij staal. Dat proces is weliswaar vervuilend, maar goedkoper dan de traditionele productie van nikkel. Tot voor kort importeerde China meer dan de helft van alle nikkelerts uit Indonesië, maar daar is als gevolg van de maatregelen van de Indonesische regering een eind aan gekomen. Vooruitlopend op deze maatregelen heeft China echter wel hoge voorraden aangelegd. Die voorraden drukken mogelijk op korte termijn nog de prijs, maar uiteindelijk kan de nikkelprijs als gevolg hiervan stijgen, zeker als ook de vervuiling door de Chinese nikkelindustrie door de nieuwe leiders wordt aangepakt.

Op lange termijn zijn er echter voldoende voorraden nikkel. En als de prijs hoog is, passen vraag en aanbod zich aan. In veel modellen wordt dit aanpassingsvermogen van de mens onderschat. Dat zorgt er mede voor dat grondstoffen geen structurele risicopremie kennen en feitelijk als belegging ongeschikt zijn. In de geschiedenis is het niet eerder voorgekomen dat zo veel beleggers grondstoffen aanhouden in portefeuille. Als prijzen dalen, ontstaat het risico dat deze beleggers de handdoek in de ring gooien en hun posities voor een appel en een ei verkopen. Of zoals de Amerikanen zeggen: for a nickel and a dime.