Globalisering zorgt er al vele decennia voor dat banen verdwijnen naar de lagelonenlanden. Dit is geen geleidelijk proces. De meeste banen verdwijnen tijdens een recessie en komen daarna niet meer terug. Althans niet in de Verenigde Staten of Europa. Neem bijvoorbeeld een bedrijf met drie fabrieken: in de Verenigde Staten, in Europa en één in China. In een recessie moeten de kosten omlaag en valt het besluit om voortaan met twee productielocaties verder te gaan. De fabriek die moet sluiten ligt niet in China. Sinds de jaren tachtig herstelt daardoor na een recessie de werkgelegenheid veel trager dan voorheen. Die zijn bekend geworden als periodes van baanloze groei. Dat betekent dat centrale banken langer moeten stimuleren om volledige werkgelegenheid te bereiken, wat mede heeft bijgedragen aan de groeiende schuldenberg.
Deze recessie is anders. Het virus laat zien dat er ook nadelen zitten aan de productie in China. China werd al minder gezien als een lagelonenland en meer als een directe concurrent. Bovendien verandert de voorkeur van consumenten steeds sneller onder invloed van social media. Productie dichtbij is veel flexibeler en door kortere afstand ook nog schoner. Het virus stimuleert verdere deglobalisering. Voor China zelf is dat geen probleem, het was toch al niet meer het lagelonenland bij uitstek. Het land zit in een herbalanceringsproces, meer ruimte voor consumentenbestedingen en minder nadruk op investeringen en export. Die betere balans zorgt in China voor meer stabiliteit.
Nadeel van dichtbij produceren zijn de hogere kosten. De kosten kunnen omlaag door de productie te automatiseren en te robotiseren. Bijkomend voordeel is dat robots immuun zijn voor virussen. Niet voor computervirussen, maar dat is nu even niet het probleem. Werkplekken waar veel mensen dicht op elkaar samenwerken zijn opeens niet meer zo vanzelfsprekend. Dat geldt voor fabrieken, maar ook voor kantoren. De opkomst van co-working, een stijl van werken in een gedeelde werkomgeving is opeens minder populair. Online werken, online leren en online winkelen zorgt acuut voor een overschot aan kantoren, scholen en winkels. Het is opvallend hoe soepel de kinderen van het digitale tijdperk omschakelen naar online. Voor een deel is dat tijdelijk, maar nu ook de oudere generatie meer ervaring krijgt met online voor een deel ook permanent.
Robotica had voor deze crisis al het kantelpunt bereikt. Machines kunnen steeds beter concurreren met bestaande arbeid. Vooral voor saai en geestdodend werk is een robot een prima alternatief. Ook autonoom rijdende auto’s krijgen een impuls door het virus. Het openbaar vervoer waar mensen massaal op elkaars lip zitten, is een ideale omgeving voor de verspreiding van een virus. Taxichauffeurs kunnen zich moeilijk beschermen tegen zieke passagiers. Autonoom rijdende deelauto’s zijn voor wat betreft flexibiliteit en kosten sterk concurrerend. Een alternatief voor de taxi en de trein. Wellicht is dit een het moment om de toekomst van het openbaar vervoer te heroverwegen. Asfalteren dat spoor en meteen een ideale gecontroleerde omgeving creëren voor zelfstandig rijdende auto’s.
Voor robots zijn er ook nieuwe kansen. Door het virus weet iedereen nu wat de cruciale beroepen of de vitale processen zijn in de economie. Helaas hebben veel van deze mensen door hun beroep ook een kans om zelf besmet te raken. In Japan wordt er al geëxperimenteerd met robots in de zorg, er zijn al robots die mensen opereren. Maar ook functies als kassières en vakkenvullers kunnen door robots worden overgenomen. Boodschappen kunnen door de autonoom rijdende auto’s worden thuisbezorgd. De politie schakelt over op het gebruik van drones en gebruikt nu ook robots. Zo blijft de economie in een permanente lock down toch draaien.
Photo by Andy Kelly on Unsplash