Terug naar site

Startpunt voor een hogere olieprijs

Fondsnieuws 28 april 2020

28 april 2020

Voor een varkensboer is de economische cyclus een bekend gegeven. Het aanbod van varkens wordt niet bepaald door de vraag naar vlees, maar door het aantal eerdere inseminaties. Is de prijs van varkensvlees hoog, dan is dat een prikkel om meer te produceren. Meer aanbod zorgt voor lagere prijzen. Nu duurt de varkenscyclus slechts enkele maanden. Bij zalmkwekers duurt deze cyclus twee jaar. Tijdens een analistenbijeenkomst van Nutreco begin deze eeuw bleek dat de prijs van zalm in korte tijd was gehalveerd. Jonge zalmpjes werden massaal doorgedraaid. Zelfs een econoom kon dan voorspellen dat de zalmprijzen twee jaar later zouden stijgen. Eind jaren negentig noteerde de olieprijs (WTI) even onder de 10 dollar per vat. Koninklijke Olie hanteerde toen 16 dollar als harde ondergrens voor lange termijn investeringen. Veel projecten werden op basis van de lage olieprijs stilgelegd. Nu is de cyclus bij olie veel langer dan bij varkens of zalm. Tussen de start en het moment dat er olie uit de kraan komt, zit al snel 7 tot 10 jaar. Het is dan ook niet zo vreemd dat in de zomer van 2008 de olieprijs was gestegen. Die stijging werd versterkt doordat China in 2001 toetrad tot de Wereldhandelsorganisatie om daarna conform het typische Aziatische groeimodel de investeringen fors op te schroeven. Hogere prijzen zorgen voor meer aanbod.

 

Vorige week was de olieprijs (WTI) even 40 dollar negatief. Het gaat in dit geval om de éénmaands WTI_future op olie. In de Verenigde Staten wordt olie fysiek gesetteld. Bij Brent-olie wordt er contant afgerekend. Veel schalieboeren verkopen olie op termijn, omdat ze dan weten welke prijs ze vangen. Op dit moment zit olie in een soort supercontango, aan het eind van de curve is de olieprijs maar 7 dollar gedaald tot nu 45 dollar per vat. Dit vormt een sterke prikkel voor de producenten om olie op termijn te verkopen. Die olie zal dus uiteindelijk moeten worden verwerkt of opgeslagen. Door de lockdown is de vraag naar olie abrupt met een derde gedaald. Dan helpen zelfs de 10 miljoen vaten productiebeperking van OPEC niet. Het verschil tussen vraag en aanbod is wereldwijd meer dan 20 miljoen vaten, per dag! Vorige week kostte het zelfs 40 dollar per vat om olie op te slaan. Dat zal Vopak leuk vinden. Overigens worden de uitslagen versterkt door het United States Oilfund, dit is de grootste ETF op olie. Deze ETF was dusdanig groot dat dit een grote invloed heeft op de futuresprijzen, zeker op momenten dat futures moeten worden doorgerold. Toezichthouders hebben inmiddels ingegrepen en eisen dat alle korte termijn contracten voor het einde van de maand worden verkocht, een paardenmiddel om de olieprijs onder druk te houden.

Dat de vraag naar olie inzakt door de lockdown is eenmalig. Voor de virusuitbraak consumeerde de wereld meer dan 100 miljoen vaten per dag. Het hoogste niveau ooit, ondanks de transitie naar fossielvrij. Door de lage olieprijs wint olie nu zelfs marktaandeel, ten koste van ethanol en via kunstvezels ten koste van katoen. Olieproducenten stopen met investeren. Een rationalisatie van de aanbodkant lijkt onvermijdelijk. Toch zal door de opkomst van de Aziatische middenklasse de wereldwijde consumptie de komende tien jaar verdubbelen. Minder aanbod, meer vraag. Dit is het startpunt van een nieuwe opgaande fase in de oliecyclus. Niet goed voor het klimaat, al wordt daar steeds genuanceerder over gedacht. Kijk daarvoor naar de nieuwe documentaire van Michael Moore (Planet of the Humans) op YouTube, en vel zelf een oordeel over het duurzame gehalte van deze transitie. Eerst maar eens de bossen terug, wellicht uit de opbrengst van een hogere olieprijs.