Er zijn landen die blij zijn met het vertrek van Trump en landen die liever een andere uitkomst hadden gezien. Canada, Mexico, Frankrijk, Iran, Japan en Zuid-Korea hebben liever Biden. Ze hadden het aan de stok met Trump of ze kwamen door het beleid van Trump tussen twee vuren in te staan. Brazilië, Rusland, Saudi-Arabië, Turkije en de Emiraten zien Trump liever niet gaan. Voor China is de leiderschapswissel in de Verenigde Staten een optelsom van plussen en minnen. Geen bilateraal handelsconflict meer, maar wel een blijvende tweestrijd om de nieuwste technologie met de Verenigde Staten en meer aandacht voor mensenrechten. China zal daarom meer en meer een eigen koers moeten varen.
Sinds de Grote Financiële Crisis is China bezig om minder afhankelijk te worden van de Verenigde Staten en van de Amerikaanse dollar. De Chinezen waren geschrokken van de grote invloed van Amerikaanse banken op het financiële systeem. China zou het anders aanpakken en de ontluikende fintech-industrie leek een prima alternatief. In snel tempo ging China digitaal betalen. Via het scannen van een QR-code werd digitaal zelfs de norm. Mede daardoor zijn bedrijven als Tencent en Alibaba groot kunnen worden. China wilde de risico’s in het financiële systeem beperken. Bijkomende voordeel van al die digitale transacties, is dat ze veel beter zijn te monitoren dan transacties met contant geld. Peking was bovendien trots op nationale kampioenen als Alibaba en Tencent. Daar is de afgelopen weken verandering in gekomen. Aanleiding was een presentatie van Jack Ma op de Bund Summit in Shanghai waarin hij vooraanstaande leiders in het politbureau ronduit schoffeerde. Het gevolg was dat Peking hogere toezichtseisen stelde aan Ant Group, waarna de beurs van Shanghai besloot dat de beursgang niet door kon gaan. Daarna kwam Peking ook nog eens met nieuwe regels voor Alibaba en Tencent. Waarschijnlijk mede ingegeven door de eerdere opmerkingen van Jack Ma, maar ook om meer controle te krijgen over deze sterk gegroeide internetgiganten. In het verleden stond Tencent onder toezicht met behulp van regelgeving op het gebied van computergames (de vorige grote roerganger vond spelen op de computer maar een ongewenst tijdverdrijf). Toch worden per saldo de beursgenoteerde bedrijven in China ongemoeid gelaten, zeker vergeleken met het woud aan regelgeving in de westerse wereld. Nieuw is dat Peking nu ook op wil treden tegen deze monopolies. Daamee zijn ze de Amerikanen toch nog net voor die vergelijkbare plannen hebben met bedrijven als Amazon, Google, Facebook en Apple. Uiteindelijk zullen zowel China als de Verenigde Staten de grote tech-bedrijven grotendeels intact laten, juist omdat de strijd tussen de Verenigde Staten en China vooral wordt gevoerd op het gebied van technologie.
In het nieuwe vijfjarenplan stuurt China meer aan op zelfstandigheid, minder op afhankelijkheid van de rest van de wereld. Dit streven wordt uiteraard versterkt door het optreden van Trump in de afgelopen vier jaar en de effecten van de Coronacrisis op de wereldeconomie. Per saldo is China sterker uit deze strijd naar voren gekomen. De Chinese economie is in vier jaar tijd snel groter geworden en zal dit decennium waarschijnlijk de Amerikaanse inhalen. Het is niet voor het eerst dat China sterker uit de crisis komt. Dat was in 1997 na de Azië-crisis, in 2001 na de dotcom-crisis en ook in 2009 na de Grote Financiële Crisis. Dit streven naar een grotere zelfstandigheid versnelt de herbalancering van de Chinese economie. Het land stuurde jarenlang op het typisch Aziatische groeimodel, waarin de consumptie werd afgeknepen ten gunste van de investeringen en waar volledig werd gestuurd op de export. Inmiddels is het aandeel van de consumentenbestedingen in de Chinese economie groeiende en dat zorgt dat de economische groei stabieler is en meer voorspelbaar. China stuurt bovendien niet langer uitsluitend op economische groei, maar heeft verschillende programma’s die onder andere streven naar een beter milieu, automatisering, robotisering, meer nadruk op research & development, maar ook meer invloed in de regio. Dankzij het Belt & Road initiatief lopen alle wegen in de regio naar Peking, passend bij de nieuwe wereldmacht. Beleggers profiteren hiervan, mits ze maar wel parallel beleggen aan de lange termijn strategie van Peking.
In het streven naar een grotere onafhankelijkheid van de wereldeconomie wil China de renminbi positioneren als alternatief voor de Amerikaanse dollar. Nu controleert China nog de kapitaalstromen met de rest van de wereld, iets wat voor een reservemunt niet wenselijk is. Met de dit jaar geïntroduceerde digitale renminbi is het wel mogelijk om ook op kapitaalgebied de grenzen te openen. Elke transactie in de digitale munt wordt straks immers zichtbaar in Peking. Die digitalisering is niet mogelijk zonder Ant Group, Tencent en Alibaba. Mogelijk dat het voor beleggers dus even schrikken is op korte termijn, op lange termijn lopen hier de belangen van Peking en beleggers gelijk. Onderdeel van het streven om de renminbi te positioneren als reservemunt is ook de ontwikkeling van de Chinese obligatiemarkt. Inmiddels is dit de tweede obligatiemarkt ter wereld en het gewicht in verschillende obligatie-indices is groeiende. Bijkomend voordeel is dat in China de monetaire gekte niet is toegeslagen. Waar het land in de vorige crisis biljoenen in de economie pompte waarmee feitelijk een depressie in de wereldeconomie werd voorkomen, is men nu opmerkelijk terughoudend. In China geen negatieve rentes of het onbeperkt opkopen van obligaties. De huidige rente op een tienjaarslening is 3,25 procent en dat is nog altijd hoger dan de inflatie. Vergeleken met veel ontwikkelde landen is dit een unicum. Om buitenlandse relaties te interesseren in de handel voortaan de renminbi te gebruiken en niet de Amerikaanse dollar, moet China er voor zorgen dat de renminbi waardevast is en dat er sprake is van financiële stabiliteit. Dat is precies wat een belegger in obligaties ook zoekt. Die heeft nu dus de keuze tussen het structureel achteruit boeren door te beleggen in Europese of Amerikaanse staatsobligaties met een reëel negatieve rente of te beleggen in één van de toekomstige veilige havens met als extra bonus een verdere stijging van de renminbi.