Terug naar site

Tulpenmanie

Oktober 2003

15 oktober 2005

Het is weer tijd om tulpen te planten. Tulpenbollen gaan gewoonlijk in oktober of november de grond in. Belangrijk is dat de grond niet te warm is. Tulpen kunnen niet in een warm klimaat worden gekweekt, omdat ze een koude winter nodig hebben om te kunnen groeien. Tulpen zijn net als windmolens en klompen krachtige symbolen. Ze worden dan ook in de op het buitenland gerichte reclame voor Nederlandse producten vrijwel onverminderd gebruikt. Nederland is beroemd om zijn gecultiveerde tulpen en is een van de meest dominante exportlanden van tulpen en tulpenbollen. De sterke positie van Nederland op de wereldmarkt is deels te danken aan de tulpenmanie begin 17e eeuw. Deze ‘tulpenwoede’ wordt nog steeds gezien als de eerste beurskrach in de wereldgeschiedenis. Er zijn er op dit moment voldoende aanwijzingen voor een nieuwe hype in tulpenbollen.

 

Wie denkt bij tulpen niet aan Holland – en omgekeerd? Gezien de leidende rol die Nederland al eeuwenlang speelt in het kweken en verhandelen van bloembollen, is dat alleszins begrijpelijk. De oorsprong van de tulp ligt echter in Turkije. De eerste Nederlanders die in 1562 een tulpenbol in handen kregen dachten dat het een zoete ui was. Ze werden geroosterd en vervolgens verorberd. De introductie in Nederland werd erg bevorderd door de plantenkundige Carolus Clusius, die in 1592 naar Leiden kwam om in opdracht van de universiteit een botanische tuin aan te leggen en daarin veel plaats inruimde voor bolgewassen, met name tulpen. De door hem geïntroduceerde planten waren de basis voor een nu nog steeds bloeiende tak van industrie, zijn geschriften zijn de bouwstenen voor de botanie als wetenschap. Deze toen nog exotische plant viel zo in de smaak dat tot Clusius' grote teleurstelling een flink aantal tulpen uit zijn hortus werd gestolen.

 

Die diefstal kan achteraf gezien worden als de voorbode van de enorme populariteit die de tulp met name in Holland en Utrecht zou gaan genieten. Het bezit van tulpen werd in deze steeds welvarender gewesten een statussymbool, waarbij niet alleen de hoeveelheid maar vooral ook de exclusiviteit van de variëteit telde. Het grote mysterie van de tulpen was dat men nooit van tevoren wist hoe een tulp eruit zou gaan zien. Pas in 1928 is het proces doorgrond om tulpen te kweken in die kleuren die mensen mooi vinden. Er waren bergen saaie tulpen met maar één kleur en de bekende strakke bloemblaadjes. Maar soms kwam er zo maar een prachtige veelkleurige en grillig gevormde bloem tevoorschijn. Voor de kwekers was het een raadsel, maar het leidde wel tot een heuse tulpengekte. Kwekers die hun bollen in boomgaarden plantten hadden meer kans op een bijzondere tulp dan kwekers met nette akkers. De tulpen moeten worden ‘besmet’ met een virus dat alleen door fruitbomen wordt overgebracht. In verschillende steden, met Haarlem als belangrijkste centrum, ontstonden kwekerijen, waar men tal van nieuwe variëteiten kweekte. Zeer gewild waren de zogenaamde 'gebroken' tulpen, zoals de Semper Augustus: tulpen met bonte kleurpatronen, feitelijk ook veroorzaakt door een virusziekte. Kwekers verhandelden hun producten op veilingen, waar tulpen meer en meer per bol verkocht werden en steeds exorbitantere prijzen opbrachten.

 

 

In de winter van 1635 nam dit op zichzelf al zonderlinge consumentengedrag ronduit hysterische proporties aan. De gemanipuleerde verhouding tussen vraag en aanbod dreef de prijzen op tot recordhoogtes – voor een enkele bol van de Semper Augustus bijvoorbeeld werd een bedrag neergeteld waarvoor men een riant herenhuis aan een Amsterdamse gracht had kunnen kopen – en er werd zelfs al gehandeld in variëteiten die nog gekweekt moesten worden en waarvan men hoopte dat ze zouden 'breken'. Pure windhandel dus, waaraan niet alleen gefortuneerde regenten maar ook minder bemiddelde burgerlui deelnamen, die niet zelden al speculerend tot (tijdelijke) rijkdom wisten te komen. Nuchterder tijdgenoten onderkenden echter het gevaar van economische en maatschappelijke ontwrichting dat deze tulpomanie meebracht en ridiculiseerden de verdwaasde speculanten in een stroom van pamfletten en spotprenten. De critici kregen hun gelijk in februari 1637, toen de onontkoombare krach talloze oude en nieuwe rijken ruïneerde. Veel handelaren hadden hun bollen tegen een aanbetaling of op krediet gekocht. Toen de handel stilviel, bedachten de handelaren tijdens spoedberaad een onorthodoxe oplossing: alle transacties die vanaf 1 december van het jaar daarvoor hadden plaatsgevonden, werden ongeldig verklaard. Bovendien stelde men vast dat niemand meer dan 10 procent van zijn ‘tulpenschulden’ hoefde af te betalen. Hierdoor bleef ernstige economische gevolgen en een recessie in de republiek uit. Alleen dus deze gezonde Hollandse koopmansgeest maakte dat de tulp zich zou handhaven als een economische factor van betekenis en zelfs zou uitgroeien tot symbool van Nederlandse export.

 

De Hollandse tulpenmanie van de 17e eeuw is één van de eerste voorbeelden van een zeepbel of een hype. In het boek A Short History of Financial Euphoria verklaart John Kenneth Galbraith, ook voor mensen die geen verstand van economie hebben, hoe en waarom een zeepbel ontstaat en dat die onherroepelijk zal barsten. Als het zo goed gaat met de economie dat een ‘boom’ ontstaat, leert Galbraith, trekt dat meer beleggers aan, en die gaan kuddegedrag vertonen. Het is niet een manier om slapend rijk te worden. Integendeel, de kudde gunt zich nog nauwelijks tijd om te slapen, wordt steeds fanatieker, leent geld om nog rijker te kunnen worden, enz. Dan komt het ogenblik van de waarheid: de zeepbel wordt herkend als zeepbel, en de kudde rent de andere kant op, de ondergang tegemoet. Dat is het tragische: door zo hard te rennnen, bevorderen de kuddedieren de catastrofe van het geheel. Hype is een zichzelf genererend verschijnsel; heeft voor zijn ontstaan niet meer dan een aanleiding nodig en verandert dan zelf in een kettingreactie van steeds dwingender wordende oorzaken. De hype stuwt de koersen omhoog, de hype versnelt de val. De hype ontfermt zich nooit over de slachtoffers. Kenmerkend is de belofte van extreem hoge winsten, maar met extreem lage kansen. Op deze extreem lage kansen wordt meestal minder de nadruk gelegd. Prijzen stijgen in eerste instantie tot gigantische hoogte, waarbij de verlieskansen steeds groter worden, maar toch nog onderschat door de gemiddelde belegger. Het dogma ‘de markt heeft altijd gelijk’ moet in zulke situaties toch met enige argwaan bekeken worden.

 

Een ander voorbeeld van een hype is de ‘south sea bubble’ van 1719 tot 1721. Dit wordt wel beschouwd als de eerste aandelenkrach in het Verenigd Koninkrijk. In 1711 werd aan de South Sea Company het monopolie gegeven over alle handel met de Zuidzee. In ruil voor dit monopolie nam de South Sea Company een deel van de overheidsschuld op zich. In 1719 nam de South Sea Company de volledige overheidsschuld op zich en begon de aandelenkoers van het bedrijf kunstmatig op de drijven, via koersmanipulatie en valse geruchten. Verschillende aanverwante bedrijven werden opgericht, wiens koersen alle sterk stegen. Vele van die zeepbellen hadden een ‘overzeese’ of ‘nieuwe wereld’-kenmerk In 1720 begonnen de geruchten over de insiderverkopen sterker en sterker te worden en de zeepbel barstte. Verschillende aandelen decimeerden, en andere verdwenen volledig. Er zijn meer voorbeelden van dergelijke zeepbellen. In 1733 was er in Nederland sprake van een hyacintenhype. Minder ver terug in de tijd is de aandelenhype ten tijde van de roaring twenties leidend tot de krach van 1929, de bubble in de Japanse vastgoedmarkt eind jaren tachtig en de explosieve koersontwikkeling van biotech-aandelen in de jaren tachtig en internetaandelen in de jaren negentig.

 

Er bestaat een kans op een nieuwe hype in tulpenbollen. De voorwaarden voor een dergelijke zeepbel zijn aanwezig. Een eerste voorwaarde is de belofte van extreem hoge winsten. Bij tulpen is dat feitelijk alleen het geval bij zogenaamde nieuwe tulpenrassen. In de afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het ontwikkelen van dergelijke nieuwe tulpenrassen. Enerzijds omdat de oude tulpenrassen door degeneratie ziektegevoeliger werden, maar daarnaast ook omdat consumenten, met name in het buitenland, om meer variëteit vragen waarvoor men hopelijk ook meer wil betalen. Een geschikt nieuw ras is dus geld waard. Daar komt nog bij dat het bij tulpen wel meer dan twintig jaar duurt voordat een nieuw geschikt ras gevonden is. Het duurt alleen al zeven jaar voordat men uit zaad een nieuwe bloem te zien krijgt. Indien een veelbelovende tulp inderdaad aan voorwaarden voldoet, is die dan ook veel waard. In de markt worden nu al gemakkelijk vele tienduizenden euro’s betaald voor dergelijke bollen. De belofte van extreem hoge winsten is dus aanwezig. Zoals bekend bij hype’s wordt de nadruk al snel gelegd op deze extreem hoge winsten en niet zozeer op de extreem lage kansen. Wat als na twintig jaar de bol toch niet geschikt blijkt te zijn? Wat als er vervolgens weer een nieuwer en beter ras wordt ontwikkeld? Het kan toch niet zo zijn dat alle nieuwe rassen winnaars zijn. Zo sterk groeit de markt voor tulpenbollen niet.

 

Zolang de investeringen maar in overeenstemming met de uiteindelijke omvang van de afzetmarkt is er niet zo veel aan de hand. Tot voor kort was dat geen probleem: het ontwikkelen van nieuwe rassen was voorbehouden aan de bollenboeren. Door middel van termijntransacties is het nu echter ook voor buitenstaanders mogelijk om te investeren in bloembollen. Dit is geen transparante markt. De markt wordt gemaakt door bemiddelaars. Zij sluiten één-op-één transacties af. Ondanks de economische malaise zijn er nog voldoende liquiditeiten voorhanden en stromen er tientallen miljoen euro’s van derden naar termijncontracten op (nieuwe) tulpenrassen. Na de ervaringen van de afgelopen jaren op de aandelenmarkten wordt men aangelokt door het veelbelovende rendement. Feitelijk zijn deze investeerders alleen geïnteresseerd in dat rendement. Vorig jaar lag het areaal tulpen op ongeveer 11 duizend hectare. De gemiddelde productiewaarde per hectare is ongeveer 23.000 euro. In totaal is deze markt dus 240 miljoen euro groot. Een dergelijke forse investering zal waarschijnlijk, vergelijk de investeringshype in telecom- en internetapparatuur, verstorende effecten hebben op de markt. Zolang men voldoende kopers weet te vinden is er niets aan de hand, maar als de markt draait zal iemand voor de hoofdprijs in het bezit zijn van enkele aardige tulpenbollen. Aardige bijkomstigheid is natuurlijk wel dat u straks kunt kiezen uit de vele nieuwe soorten tulpen.